HP EliteBook Notebook PC User's Guide - Windows 7
Table Of Contents
- Voorzieningen
- Netwerk (alleen bepaalde modellen)
- Draadloze verbindingen
- Draadloze verbinding tot stand brengen
- Pictogrammen voor draadloze communicatie en netwerk herkennen
- Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken
- Knop voor draadloze communicatie gebruiken
- Wireless Assistant-software gebruiken
- HP Connection Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken
- WLAN gebruiken
- HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Draadloos Bluetooth-apparaat gebruiken
- Problemen met draadloze verbinding oplossen
- Draadloze verbinding tot stand brengen
- Bekabelde verbindingen
- Draadloze verbindingen
- Aanwijsapparaten en toetsenbord
- Multimedia
- Energiebeheer
- Opties voor energiebeheer instellen
- Externe netvoeding gebruiken
- Accuvoeding gebruiken
- Netvoedingsadapter testen
- Computer afsluiten
- Schijfeenheden
- Externe apparaten
- Externe mediakaarten
- Geheugenmodules
- Beveiliging
- Computer beschermen
- Wachtwoorden gebruiken
- Beveiligingsvoorzieningen van Computer Setup (Computerinstellingen) gebruiken
- Antivirussoftware gebruiken
- Firewallsoftware gebruiken
- Essentiële beveiligingsupdates installeren
- HP ProtectTools Security Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Beveiligingskabel aanbrengen
- Software-updates
- MultiBoot
- Beheer
- Computer Setup (Computerinstellingen)
- Back-up en herstel
- Index

Hibernationstand activeren of beëindigen
Standaard is het systeem zo ingesteld dat de hibernationstand wordt geactiveerd als de computer 1080
minuten (18 uur) inactief is geweest en op accuvoeding of netvoeding werkt, of wanneer de acculading
een kritiek laag niveau bereikt.
U kunt de instellingen voor energiebeheer en de wachttijden wijzigen in het onderdeel Energiebeheer
van het Configuratiescherm van Windows.
U activeert als volgt de hibernationstand:
1. Klik op Start en klik vervolgens op de pijl naast de knop Afsluiten.
2. Klik op Hibernationstand.
U beëindigt als volgt de hibernationstand:
▲
Druk op de aan/uit-knop.
De aan/uit-lampjes gaan branden en uw werk verschijnt op het scherm op het punt waar u was gestopt
met werken en de hibernationstand werd geactiveerd.
OPMERKING: Als u hebt ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de hibernationstand te
beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Accumeter gebruiken
De Accumeter bevindt zich in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Met de Accumeter
hebt u snel toegang tot Energiebeheer, kunt u de acculading bekijken en een ander
energiebeheerschema selecteren.
●
Beweeg de cursor over het pictogram van de Accumeter om de acculading en het huidige
energiebeheerschema weer te geven.
●
Klik op het pictogram van de Accumeter en selecteer een item in de lijst om toegang te krijgen tot
Energiebeheer.
Verschillende accumeters geven aan of de computer op accuvoeding of netvoeding werkt. Het
pictogram geeft ook een bericht weer wanneer de accu bijna leeg is, de acculading een kritiek laag
niveau bereikt of overschakelt op reservevoeding.
Ga als volgt te werk om het pictogram van de Accumeter te verbergen of weer te geven:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Verborgen pictogrammen weergeven (de pijl aan
de linkerkant van het systeemvak).
2. Klik op Meldingspictogrammen aanpassen.
3. Selecteer onder Gedrag de optie Pictogram en meldingen weergeven voor het pictogram
Energie.
4. Klik op OK.
Energiebeheerschema's gebruiken
Een energiebeheerschema bestaat uit een reeks systeeminstellingen waarmee het energieverbruik van
de computer wordt beheerd. U kunt energiebeheerschema's gebruiken om energie te besparen of de
prestaties van de computer te maximaliseren.
U kunt de instellingen van energiebeheerschema's aanpassen of uw eigen energiebeheerschema
maken.
52 Hoofdstuk 5 Energiebeheer










