User guide
5. Controleer de vakken cyaan, magenta, geel en zwart en andere onderdelen van de diagnosepagina.
6. Reinig de printkoppen (cartridges) als de testpagina strepen of ontbrekende gedeeltes op de gekleurde
en zwarte vakken vertoont.
Zie Printkoppen (cartridges) reinigen op pagina 113 voor meer informatie.
7. Lijn de printkoppen (cartridges) uit als de diagnostiekpagina's gekartelde lijnen bevatten of als er wordt
aangegeven dat het zou helpen om de printkoppen uit te lijnen.
Zie Printkoppen (cartridges) uitlijnen op pagina 112 voor meer informatie.
8. Neem contact op met HP ondersteuning als er na het uitlijnen van de printkoppen (cartridges) en
reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn.
Vanuit de HP Smart-app kunt u ook de afdrukkwaliteit verbeteren. Raadpleeg De app HP Smart gebruiken om
af te drukken, te scannen en problemen op te lossen op pagina 13 voor meer informatie over de app.
NLWW De afdrukkwaliteit verbeteren 111