User guide

TIP: Als de printer met een computer is verbonden, kunt u de printerinstellingen ook aanpassen via de
hulpprogramma's voor printerbeheer op de computer.
Zie Geavanceerde hulpmiddelen voor printerbeheer (voor netwerkprinters) gebruiken op pagina 129 voor
informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's.
De instellingen voor een functie wijzigen
Het Start scherm van het printerbedieningspaneel toont de beschikbare printerfuncties.
1. Tik vanaf het bedieningspaneel, vanuit het Startscherm, op het pictogram van de functie waar u de
instellingen van wilt wijzigen.
2. Nadat u een functie hebt geselecteerd, tikt u op (Instellingen) en bladert u door de beschikbare
instellingen. Vervolgens tikt u op de te wijzigen instelling.
3. Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de instellingen te wijzigen.
TIP: Tik op (Start) om terug te keren naar het scherm Start.
De printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar zijn in
het Conīž¬guratiemenu:
1. Veeg vanaf het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar links en tik op
( Installatie ).
2. Veeg omhoog en omlaag om de beschikbare opties te bekijken.
3. Tik op de optie waar u de instellingen van wilt wijzigen.
TIP:
Tik op (Start) om terug te keren naar het scherm Start.
NLWW Kenmerken van het bedieningspaneel 7