User guide
Tips voor geslaagd afdrukken
●
Tips voor het plaatsen van papier
●
Tips voor printerinstellingen
Om af te kunnen drukken, moeten de HP printkoppen goed werken, de inkttanks gevuld zijn met voldoende
inkt, het papier juist ingevoerd zijn en de printer juist ingesteld zijn. Zie Tips voor het werken met inkt en
printkoppen op pagina 115 voor meer informatie.
Afdrukinstellingen zijn niet van toepassing op kopiëren of scannen.
Tips voor het plaatsen van papier
● Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde formaat
en dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
● Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.
● Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
● Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg dat
de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
Zie Afdrukmateriaal laden op pagina 19 voor meer informatie.
Tips voor printerinstellingen
Tips voor printerinstellingen (Windows)
● Om de standaardafdrukinstellingen te wijzigen, opent u HP printersoftware, klikt u op Afdrukken,
scannen en faxen. en daarna op Voorkeuren instellen. Zie Open de HP-printersoftware (Windows)
op pagina 12 voor meer informatie over het openen van de printersoftware.
TIP: Voor meer informatie over de opties van de printerdriver kunt u de muis over elke optie bewegen
om knopinfo weer te geven.
● Om tijd te besparen, kunt u gebruikmaken van gewenste afdruksnelkoppelingen met afdrukvoorkeuren.
In een afdruksnelkoppeling worden de opties bewaard die u hebt ingesteld voor een bepaald type
afdruktaak, zodat u al deze opties in één muisklik kunt instellen. Ga hiervoor naar het tabblad
Afdruksnelkoppelingen of Afdruksnelkoppeling, selecteer de gewenste snelkoppeling en klik dan op
OK.
Om een nieuwe afdruksnelkoppeling toe te voegen, stelt u de gewenste afdrukvoorkeuren in op het
tabblad Papier/Kwaliteit, Opmaak of Geavanceerd, selecteert u het tabblad Afdruksnelkoppelingen of
Afdruksnelkoppeling, klikt u op Opslaan als en voert u een naam in en klikt u op OK.
Om een afdruksnelkoppeling te verwijderen, selecteert u die en klikt u op Verwijderen.
OPMERKING: De standaardsnelkoppelingen kunnen niet worden verwijderd.
● Papier- en papierlade-instellingen begrijpen:
NLWW Tips voor geslaagd afdrukken 31










