User guide
OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan
de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen,
seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Afbeelding 5-14 Voorbeeld van een parallelle splitter
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1. U kunt een DSL/ADSL-lter aanschaen bij uw DSL/ADSL-provider.
OPMERKING: Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL/
ADSL-dienst moeten met extra DSL/ADSL-lters zijn verbonden om ruis tijdens telefoongesprekken te
voorkomen.
2. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op het DSL-/ADSL-lter en sluit vervolgens het andere
einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
OPMERKING: U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
3. Verbind de DSL/ADSL-lter met de splitter.
4. Koppel het antwoordapparaat los van de wandcontactdoos en sluit het aan op de poort met het label 2-
EXT achter op de printer.
OPMERKING: Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op de printer aansluit, worden de faxtonen
van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk opgenomen door het antwoordapparaat en kunt u
mogelijk geen faxberichten ontvangen met de printer.
5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
7. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
8. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor de printer
mogelijk is.
OPMERKING: Het maximale aantal belsignalen varieert per land/regio.
9. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal belsignalen.
De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de telefoonlijn en "luistert"
of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt de
printer faxontvangsttonen uit waarna deze de fax ontvangt. Als er geen faxtonen worden waargenomen,
stopt het apparaat met het controleren van de lijn en kan het antwoordapparaat een bericht opnemen van
degene die belt.
Als u op dezelfde telefoonlijn telefoneert, faxt en een DSL-computermodem hebt, volg dan deze aanwijzingen
om de fax te installeren.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw
lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
NLWW Bijkomende faxinstallatie 91