User guide

Tips voor succesvol afdrukken
Software-instellingen geselecteerd in de print driver zijn enkel van toepassing op afdrukken, niet op kopiëren
of scannen.
U kunt uw document op beide zijden van het vel papier afdrukken. Zie Afdrukken aan beide zijden
(dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie.
Inkttips
Hieronder volgen enkele inkttips voor afdrukken:
Raadpleeg Problemen met afdrukken voor meer informatie als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is.
Gebruik originele HP-cartridges.
HP-cartridges zijn ontworpen voor en getest op HP-printers en HP-papier, zodat u altijd bent verzekerd
van fantastische resultaten.
OPMERKING: HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet
garanderen. Onderhoud of herstellingen aan het apparaat die nodig zijn door het gebruik van dergelijk
materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u gelooft dat u oorspronkelijke HP-cartridges hebt gekocht, surf dan naar www.hp.com/go/
anticounterfeit.
Plaats de zwarte cartridge en de kleurencartridge zoals aangegeven.
Zie Vervang de cartridges voor meer informatie.
Controleer de geschatte inktniveau in de cartridges om er zeker van te zijn dat er voldoende inkt is.
Zie Geschatte inktniveaus controleren voor meer informatie.
OPMERKING: Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen
om te kunnen plannen. Houd een vervangende cartridge binnen handbereik om mogelijke
afdrukvertragingen te vermijden wanneer een indicator op lage inktniveaus wijst. U hoeft de cartridges
pas te vervangen als de printer hierom vraagt.
Schakel de printer altijd uit met (de Aan/uit-knop) zodat de printer tijd heeft om de spuitkoppen te
beschermen.
Tips voor het plaatsen van papier
Zie ook Plaats papier voor meer informatie.
Zorg ervoor dat het papier correct in de invoerlade is geplaast, en stel de correcte grootte en het
correcte type van het materiaal in. Als u papier in de invoerlade plaatst, wordt u gevraagd de grootte en
het type van het materiaal in te stellen vanaf het conguratiescherm.
Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde formaat
en dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden.
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg
ervoor dat de geleiders het papier niet buigen in de lade.
Verschuif de papierlengtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg ervoor
dat de geleider het papier niet buigen in de lade.
40 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW