User guide

Afbeelding 5-2 Achteraanzicht van de printer
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 DSL-lter (of ADSL-lter) en het door de DSL-provider geleverde snoer.
3 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer.
U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
De printer installeren met een DSL-lijn
1. U kunt een DSL-lter aanschaen bij uw DSL-provider.
2. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op het DSL-lter en sluit vervolgens het andere einde
op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
OPMERKING: U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
Als u niet het meegeleverde snoer gebruikt om het DSL-lter aan te sluiten op de printer, kunt u mogelijk
niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op
kantoor gebruikt.
U hebt voor deze conguratie mogelijk extra telefoonsnoeren nodig.
3. Maak met een extra telefoonsnoer een verbinding van de DSL-lter naar de wandcontactdoos.
4. Voer een faxtest uit.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw
lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie C: De printer congureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn
Als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt, dient u het volgende te doen:
Sluit de printer aan op de poort die voor fax- en telefoongebruik is bedoeld als u een PBX- of een ISDN-
converter/terminaladapter gebruikt. Zorg ook dat de adapter zo mogelijk is ingesteld op het juiste
switch-type voor uw land/regio.
NLWW Bijkomende faxinstallatie 77