HP OfficeJet 5200 All-in-One series
Inhoudsopgave 1 Hoe kan ik? ................................................................................................................................................... 1 2 Aan de slag ................................................................................................................................................... 2 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................................
Faxen en digitale telefoonservices ...................................................................................................................... 54 Fax op Voice over Internet Protocol .................................................................................................................... 55 Rapporten gebruiken ........................................................................................................................................... 55 Bijkomende faxinstallatie ..........
Vraag hulp van het bedieningspaneel van de printer ....................................................................................... 129 Vraag hulp in de HP Smart-app ......................................................................................................................... 129 Printerrapporten begrijpen ............................................................................................................................... 129 Problemen oplossen bij gebruik van Webservices .......
vi NLWW
1 Hoe kan ik? Leren hoe u uw HP OfficeJet 5200 series moet gebruiken NLWW ● Aan de slag op pagina 2 ● Afdrukken op pagina 21 ● Kopiëren en scannen op pagina 31 ● Fax op pagina 39 ● Webservices op pagina 81 ● Met cartridges werken op pagina 85 ● Netwerkinstallatie op pagina 90 ● Een probleem oplossen op pagina 102 1
2 Aan de slag Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Toegankelijkheid ● HP EcoSolutions (HP en het milieu) ● Printeronderdelen ● Bedieningspaneel en statuslampjes ● Elementaire informatie over papier ● Afdrukmateriaal laden ● Origineel plaatsen ● De printer bijwerken ● Open de HP-printersoftware (Windows) ● Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en problemen op te lossen vanaf een apparaat met iOS, Android of Windows 10 ● De printer uitschakelen Toegankelijkheid D
HP EcoSolutions (HP en het milieu) HP richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en het mogelijk te maken voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor. Zie Programma voor milieubeheer op pagina 148 voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP volgt tijdens het productieproces. Bezoek www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de milieuinitiatieven die HP neemt.
Planning Aan en Uit Gebruik deze functie om de printer op de geselecteerde dagen automatisch in of uit te schakelen. U kunt bijvoorbeeld de printer instellen om zichzelf in te schakelen om 8 uur en uit te schakelen om 20 uur van maandag tot vrijdag. Op deze manier bespaart u energie tijdens de nacht en de weekends. Gebruik de volgende insructies om de dagen en de tijdstippen voor de in- en uitschakeling in te stellen. 1.
Stille modus in- of uitschakelen via de printersoftware (OS X en macOS) 1. Open het HP Hulpprogramma. Zie HP Utility (OS X en macOS) op pagina 98 voor meer informatie. 2. Selecteer de printer. 3. Klik op Stille modus . 4. Selecteer Aan of Uit . 5. Klik op Nu toepassen. De stille modus in- of uitschakelen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS) 1. Open EWS. Zie De geïntegreerde webserver openen op pagina 99 voor meer informatie. 2. Klik in het tabblad Instellingen . 3.
Printeronderdelen Voorzijde Afbeelding 2-1 Voor en bovenaanzicht van HP OfficeJet 5200 All-in-One series 6 Functie Beschrijving 1 Klep 2 Onderklep 3 Scannerglasplaat 4 Documentinvoer 5 Toegangsklep cartridge 6 Kap papierbaan 7 Printcartridges 8 Knop Aan (ook de Aan-/Uit-knop genoemd) 9 Bedieningspaneel 10 Printerbeeldscherm 11 Verlengstuk van de uitvoerlade (ook wel ladeverlengstuk genoemd) 12 Papierbreedtegeleiders 13 Papierlade 14 Klep van de papierlade 15 Papierbreedtegel
Achteraanzicht Afbeelding 2-2 Achteraanzicht HP OfficeJet 5200 All-in-One series Functie Beschrijving 1 Faxpoort (2-EXT) 2 Faxpoort (1-LINE) 3 Netsnoeraansluiting. Gebruik alleen het netsnoer dat door HP is geleverd. 4 USB-poort aan de achterkant Bedieningspaneel en statuslampjes Overzicht knoppen en lampjes In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel van de printer.
Label Naam en beschrijving ● Een blauw lampje geeft aan dat de draadloze verbinding werd gemaakt en dat u kunt afdrukken. ● Een langzaam knipperend lampje geeft aan dat de draadloze functie is ingeschakeld, maar de printer niet is aangesloten op een netwerk. Zorg ervoor dat uw printer binnen bereik is van het draadloze signaal. ● Een snel knipperend lampje geeft een fout met de draadloze functie aan. Raadpleeg het bericht op het printerbeeldscherm.
Printerinstellingen wijzigen Gebruik het bedieningspaneel om de printerfuncties en -instellingen te wijzigen, rapporten af te drukken of de helpfunctie te openen. TIP: Als de printer met een computer is verbonden, kunt u de printerinstellingen ook aanpassen via de hulpprogramma's voor printerbeheer op de computer. Zie Hulpprogramma's printerbeheer op pagina 98 voor informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's.
● Aanbevolen papiersoorten om af te drukken ● HP-papier bestellen ● Tips voor de keuze en het gebruik van papier Aanbevolen papiersoorten om af te drukken Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld. Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn. Foto's printen ● HP Premium Plus fotopapier HP Premium Plus fotopapier is het beste fotopapier van HP voor de best mogelijke fotokwaliteit.
Standaard afdrukken Alle papieren op de lijst voor de dagelijkse afdrukfunctie ColorLok Technology voor minder vlekken, scherper zwart en heldere kleuren. ● HP Helderwit Inkjetpapier HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en folders. ● HP -afdrukpapier HP Printing Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
Afdrukmateriaal laden Selecteer een papierformaat om verder te gaan. Papier van klein formaat plaatsen 1. Open de klep van de papierlade. 2. Trek de papierlade naar buiten. 3. Plaats papier. 4. 12 ● Haal al het papier uit de papierlade en laad vervolgens het fotopapier met de zijde waarop moet worden afgedrukt en de HP logo's omlaag. ● Schuif het fotopapier zo ver mogelijk in de printer tot de stapel niet verder kan.
5. Schuif het verlengstuk van de lade handmatig uit. 6. Wijzig of behoud de papierinstellingen op het scherm van de printer. Papier met volledig formaat plaatsen NLWW 1. Open de klep van de papierlade. 2. Schuif de papierlade naar buiten en schuif de breedtegeleiders voor het papier naar buiten. 3. Plaats papier. ● Plaats de stapel papier in de papierlade met de korte rand naar voren en de afdrukzijde naar beneden. ● Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Duw de papierlade weer naar binnen en sluit de klep van de papierlade. 5. Schuif het verlengstuk van de lade handmatig uit. 6. Wijzig of behoud de papierinstellingen op het scherm van de printer. Legal-papier plaatsen 14 1. Open de klep van de papierlade. 2. Trek de papierlade naar buiten, schuif de papierbreedtegeleiders naar buiten en verwijder alle andere media uit de lade. 3. Plaats papier.
● Schuif de papierbreedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de rand van het papier aankomen. 4. Duw de papierlade terug. De klep van de papierlade moet open blijven en het papier moet uitsteken. 5. Schuif het verlengstuk van de lade handmatig uit. 6. Wijzig of behoud de papierinstellingen op het scherm van de printer. Enveloppen laden 1. NLWW Open de klep van de papierlade.
2. Trek de papierlade naar buiten, schuif de papierbreedtegeleiders naar buiten en verwijder alle andere media uit de lade. 3. Enveloppen plaatsen ● Plaats een of meerdere enveloppen in het midden in de invoerlade. De afdrukzijde moet naar beneden zijn gericht. Plaats enveloppen volgens de afbeelding. ● Schuif de stapel enveloppen naar zo diep mogelijk in de lade tot de stapel niet verder kan. ● Schuif de papierbreedtegeleiders naar binnen totdat deze tegen de stapel enveloppen komen. 4.
2. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat. 3. Sluit de scannerklep. Een origineel in de documentinvoer laden NLWW 1. Open de klep van de documentinvoer. 2. Schuif de papierbreedtegeleiders naar buiten.
3. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer. 4. Schuif de papierbreedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de rand van het papier aankomen. De printer bijwerken Normaal controleert de printer automatisch op updates wanneer hij is verbonden met het netwerk en webservices zijn ingeschakeld. De printer bijwerken met het bedieningspaneel van de printer 1.
De printer bijwerken met de embedded web server (EWS) 1. Open EWS. Zie Geïntegreerde webserver op pagina 99 voor meer informatie. 2. Klik op het tabblad Extra. 3. Klik in het gedeelte Printerupdates op Firmware-updates en volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Als er een printerupdate beschikbaar is, zal de printer de update downloaden en installeren en vervolgens opnieuw opstarten.
Om de HP Smart-app te installeren ▲ De app HP Smart wordt ondersteund op iOS-, Android- en Windows 10-apparaten. Om de app op uw apparaat te installeren, gaat u naar 123.hp.com en volgt u de instructies op het scherm om de app store van uw apparaat te openen. Om de HP Smart-app te openen op een computer met Windows 10 ▲ Nadat u de app HP Smart hebt geïnstalleerd, klikt u op het bureaublad van het apparaat op Start en selecteert u vervolgens HP Smart in de app-lijst.
3 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken.
6. Selecteer de gewenste opties. Klik of tik op Meer instellingen om meer instellingen weer te geven. Voor meer informatie over afdrukinstellingen raadpleegt u Tips voor succesvol afdrukken op pagina 28. 7. Klik of tik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken. Afdrukken vanaf een Android- of iOS-apparaat 1. Open de app HP Smart. 2. Tik op het pluspictogram als u moet overschakelen op een andere printer of een nieuwe printer wilt toevoegen. 3.
OPMERKING: 4. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt. ● Selecteer de afdrukstand. ● Geef het vergrotings- of verkleiningspercentage op. Klik op Afdrukken. Foto's afdrukken met HP printersoftware U kunt foto's afdrukken vanaf uw computer OPMERKING: Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen, waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
OPMERKING: ● 4. 5. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt. Selecteer de afdrukstand. Kies uit het pop-upmenu Papiersoort/Kwaliteit en kies vervolgens de volgende instellingen: ● Papiertype: de juiste soort fotopapier ● Kwaliteit: Selecteer de optie die de beste kwaliteit of de maximale dpi biedt. ● Klik op het driehoekje Kleuropties en selecteer dan de juiste Fotoherstel optie. – Uit: brengt geen wijzigingen aan de afbeelding.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. Enveloppen afdrukken (OS X en macOS) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven.
Om op beide zijden van het papier af te drukken (OS X en macOS) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. In het dialoogvenster Afdrukken kiest u in de vervolgkeuzelijst voor Instellingen. 3. Kies hoe u de dubbelzijdige afdrukken wilt binden en klik op Afdrukken.
Printerfuncties en informatie over problemen oplossen openen vanaf mobiele apparaten Voor meer informatie over toegang tot printerfuncties en probleemoplossing met de HP Smart-app gaat u naar: ● iOS/Android: www.hp.com/go/hpsmart-help ● Windows: www.hp.com/go/hpsmartwin-help Afdrukken met maximum aantal dpi Gebruik de modus maximum dpi ("dots per inch") om scherpe afbeeldingen van hoge kwaliteit op fotopapier af te drukken.
● Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat. OPMERKING: ● 4. 5. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt. Selecteer de afdrukstand. Kies uit het pop-upmenu Papiersoort/Kwaliteit en kies vervolgens de volgende instellingen: ● Papiertype: Het juiste papiertype ● Kwaliteit: Maximum dpi Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
Tips voor het plaatsen van papier Zie ook Afdrukmateriaal laden op pagina 11 voor meer informatie. ● Zorg ervoor dat het papier correct in de invoerlade is geplaast, en stel de correcte grootte en het correcte type van het materiaal in. Als u papier in de invoerlade plaatst, wordt u gevraagd de grootte en het type van het materiaal in te stellen. ● Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina).
● – Concept: Laagste dpi, doorgaans gebruikt als het inktniveau laag is of als er geen afdrukken in hoge kwaliteit nodig zijn. – Normaal: Geschikt voor de meeste afdruktaken. – Beste: Betere dpi dan Normaal. – Printen met maximale dpi: Hoogst beschikbare dpi-instelling voor afdrukkwaliteit. – HP Real Life-technologieën: Deze functie maakt afbeeldingen en grafische elementen egaler en scherper, voor een betere afdrukkwaliteit.
4 Kopiëren en scannen ● Kopiëren ● Scannen ● Tips voor geslaagd kopiëren en scannen Kopiëren Het menu Kopiëren op het printerbeeldscherm laat u toe om gemakkelijk het aantal kopieën en kleur of zwart-wit te selecteren voor het kopiëren op gewoon papier. U krijgt nu gemakkelijk toegang tot de geavanceerde instellingen, zoals het wijzigen van de papiersoort en het -formaat, het bijstellen van de helderheid van de kopie en het formaat. U maakt als volgt een kopie 1.
OPMERKING: TIP: Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de HP-software hebt geïnstalleerd. Zie Scanproblemen op pagina 118 als u problemen hebt met het scannen van documenten.
Een document of foto scannen met de camera van het apparaat Als u apparaat een camera heeft, kunt u de app HP Smart gebruiken om hiermee een afgedrukt document of een afgedrukte foto te scannen met de camera. U kunt HP Smart vervolgens gebruiken om de afbeelding te bewerken, op te slaan, af te drukken of te delen. 1. Open HP Smart. Zie Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en problemen op te lossen vanaf een apparaat met iOS, Android of Windows 10 op pagina 19 voor meer informatie. 2.
● Als u de camera wilt gebruiken om te scannen, wordt de ingebouwde camera gestart. Gebruik de camera om uw document of foto te scannen. ● Als u met de scanner van de printer wilt scannen, tikt u op het pictogram Instellingen om de invoerbron te selecteren, wijzigt u de scaninstellingen en tikt u vervolgens op het pictogram Scannen. OPMERKING: Zorg ervoor dat u de juiste invoerbron selecteert als uw printer zowel scannen via de documentinvoer als via de glasplaat ondersteunt. 4.
Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware (Windows) 1. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat. 2. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 19 voor meer informatie. 3. Klik in de printersoftware onder Afdrukken, scannen en faxen. op Scannen en vervolgens op Een document of foto scannen . 4.
1. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat. 2. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 19 voor meer informatie. 3. Klik in de printersoftware onder Afdrukken, scannen en faxen. op Scannen en vervolgens op Een document of foto scannen . 4. Klik op Nieuwe scansnelkoppeling maken . 5.
● Klik op Scannen . U wordt gevraagd om de wijzigingen aan de snelkoppeling op te slaan of te verwerpen nadat de scan klaar is. ● Klik op het pictogram 'opslaan' rechts van de snelkoppeling. Hiermee worden de veranderingen in de snelkoppeling opgeslagen zodat u deze opnieuw kunt gebruiken. Anders worden de wijzigingen alleen toegepast op de huidige scan. Klik vervolgens op Scannen . Meer lezen over de HP Scan software. Klik hier voor meer informatie online.
Een scan maken met Webscan Bij scannen met WebScan zijn de belangrijkste scanopties beschikbaar. Voor meer scanopties of -functies moet u de HP-printersoftware gebruiken. 1. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat. 2. Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg Geïntegreerde webserver op pagina 99 voor meer informatie. 3. Klik in het tabblad Scannen . 4.
5 Fax U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en telefoonboekcontacten instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat. 2. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 3. Raak Nu versturen aan. 4. Druk op Faxnummer invoeren of 5.
Een fax verzenden vanaf een telefoon U kunt een fax verzenden via uw extra telefoon. Hierdoor kunt u met de toekomstige ontvanger praten vooraleer u de fax verzendt. Om een fax via een extra telefoon te verzenden 1. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat. 2. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is aangesloten.
TIP: Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u uw PIN-code als een telefoonboekcontact hebt opgeslagen, kunt u, op het moment dat naar nuw PIN-code wordt gevraagd, op ( Telefoonboek ) drukken om het telefoonboekcontact waaronder u uw PIN-code hebt opgeslagen, te selecteren. Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert. Een fax verzenden met behulp van het printergeheugen U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het geheugen verzenden.
4. Druk op ( Telefoonboek ). 5. Druk op Groepscontacten. 6. Druk op naam van de telefoonboekgroep. 7. Druk op Fax verzenden . TIP: Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van uw fax wijzigen.
● Faxen doorsturen naar een ander nummer ● Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen ● Ongewenste faxnummers blokkeren ● Faxen ontvangen met HP Digital Fax Een fax handmatig ontvangen Als u aan de telefoon bent, kan de persoon met wie u spreekt u een fax sturen terwijl u nog verbonden bent. U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken.
OPMERKING: Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. OPMERKING: Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
5. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen. OPMERKING: Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt. 6.
U kunt bepaalde faxnummers blokkeren door ze toe te voegen aan de lijst met ongewenste faxnummers, u kunt ze deblokkeren door ze uit de lijst met ongewenste faxnummers te verwijderen en u kunt een lijst met geblokkeerde ongewenste faxnummers afdrukken. Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie . 3. Druk op Voorkeuren . 4. Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan. 5.
De bestanden worden als volgt benoemd: XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif, waar X de zenderinfo, Y de datum en Z het tijdstip van faxontvangst voorstellen. OPMERKING: Faxen naar computer is enkel beschikbaar voor het ontvangen van zwart-witfaxen. Faxberichten in kleur zullen worden afgedrukt. Vereisten voor HP Digital Fax ● De doelmap van de computer moet altijd beschikbaar zijn. De faxen worden niet opgeslagen als de computer in de slaapstand of stand-bymodus staat. ● Er moet papier in de invoerlade zitten.
Een telefoonboekcontact maken en bewerken U kunt faxnummer opslaan als telefoonboekcontacten. Om telefoonboekcontacten in te stellen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Telefoonboek aan. 3. Raak Contactpunten aan. 4. Druk op 5. Druk op Naam en typ de naam van het telefoonboekcontact en druk op Gereed . 6. Druk op Nummer en typ het faxnummer voor het telefoonboekcontact en druk op OK. (Plusteken) om een contact toe te voegen.
6. Druk op Aantal, selecteer de telefoonboekcontacten die u de groep wilt toevoegen en druk op Selecteren. 7. Druk op Maken. Om telefoonboekgroepen te wijzigen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Telefoonboek aan. 3. Druk op Groepscontacten. 4. Druk op de telefoonboekgroep die u wilt bewerken. 5. Druk op Naam en bewerk de naam van de telefoonboekgroep en druk op Gereed . 6. Druk op Aantal . 7.
Het faxkopschrift instellen De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven aan elke fax die u verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door de HP-software te gebruiken die bij de printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier wordt beschreven. OPMERKING: In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift wettelijk vereist. Het faxkopschrift instellen of wijzigen 1.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren . 3. Raak Hoe vaak overgaan aan. 4. Druk op het aantal keer rinkelen. 5. Raak Gereed aan om de instelling te accepteren.
Het kiessysteem instellen Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling is Toon. Wijzig deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met toonkeuze. OPMERKING: De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's. Het kiessysteem instellen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren . 3. Druk op Kiestype. 4. Druk op Toon of Puls om te selecteren.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid Snel v.34 (33600 baud) Normaal v.17 (14400 baud) Langzaam v.29 (9600 baud) De faxsnelheid instellen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren . 3. Raak Snelheid aan. 4. Raak de optie aan die u wilt selecteren. Het faxgeluidsvolume instellen U kunt het volume van de faxtonen wijzigen. Het geluidsvolume voor faxen instellen 1.
Fax op Voice over Internet Protocol U kunt mogelijk inschrijven op een goedkope telefoonservice waarmee u faxen kunt verzenden en ontvangen met uw printer via internet. Deze methode wordt Fax op Voice over Internet-protocol (VoIP) genoemd. De volgende punten zijn tekenen dat u waarschijnlijk een VoIP-service gebruikt. ● Kies een speciale toegangscode samen met het faxnummer. ● een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge telefoonpoorten voor de faxlijn.
● Een rapport beller-ID's afdrukken ● De belgeschiedenis weergeven Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken U kunt een bevestigingsrapport afdrukken als een fax is verzonden of als een fax is ontvangen. De standaardinstelling is Aan (Fax verzonden). Als deze functie is uitgeschakeld, wordt er na elke verzending of ontvangst van een fax kort een bevestigingsbericht weergegeven op het bedieningspaneel. Faxbevestiging inschakelen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2.
Uit Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt. Aan (Fax verzenden) Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen. Dit is de standaardinstelling. Aan (Fax ontvangen) Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen. Het faxlogboek afdrukken en bekijken U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en verzonden. Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2.
4. Raak Rapport Beller-ID's aan. 5. Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken. De belgeschiedenis weergeven U kunt een lijst bekijken met alle oproepen die vanaf de printer werden gedaan. OPMERKING: U kunt de oproepgeschiedenis niet afdrukken. De oproepgeschiedenis bekijken 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Nu versturen aan. 3. Druk op 4. Druk op Oproepgeschiedenis . ( Telefoonboek ).
OPMERKING: Wij raden u in dat geval aan om het apparaat aan te sluiten op een telefoonaansluiting met het tweeaderige telefoonsnoer.
1. Bepaal of uw telefoonsysteem serieel of parallel is. Zie Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) op pagina 58 voor meer informatie. ▲ 2. 3. Parallel telefoonsysteem - ga naar stap 2. Selecteer de combinatie van apparatuur en diensten die uw faxlijn deelt. ● DSL: U hebt een DSL-service (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij. (DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.) ● PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen DSL PBX Abonnemen t op specifieke belsignalen Gespreks oproepen Computermode m voor inbellen Antwoordappar aat Voicemailse rvice Aanbevolen installatiemethode fax Situatie D: Faxen terwijl u een abonnement op specifieke belsignalen hebt en dezelfde lijn gebruikt op pagina 64 Situatie E: Gedeelde gespreks-/faxlijn op pagina 65 Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail op pagina 66 Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen ge
Afbeelding 5-1 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. De printer instellen met een aparte faxlijn 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en sluit vervolgens het andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: bevestigd.
Afbeelding 5-2 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 DSL-filter (of ADSL-filter) en het door de DSL-provider geleverde snoer. 3 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. De printer installeren met een DSL-lijn 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2.
OPMERKING: Bij sommige ISDN-systemen kunt u de poorten configureren voor specifieke telefoonapparatuur. U kunt bijvoorbeeld een poort toewijzen aan een telefoon en Groep 3-faxapparaat en een andere voor meerdere doelen. Als u steeds problemen ondervindt wanneer u bent verbonden met de fax-/telefoonpoort van uw ISDN-converter, kunt u proberen om het apparaat aan te sluiten op de multifunctionele poort. Die kan gemarkeerd zijn als "multi-combi" of iets dergelijks.
3. Wijzig de instelling Specifiek belsignaal , zodat deze overeenstemt met het patroon dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend. OPMERKING: De printer is standaard ingesteld om alle belpatronen te beantwoorden. Als u de Specifiek belsignaal niet instelt in overeenstemming met het belpatroon dat is toegekend aan uw faxnummer, dan beantwoordt de printer mogelijk zowel telefoonoproepen als faxoproepen of geen van beiden.
De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en sluit vervolgens het andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: bevestigd. 2. 3. 4.
Afbeelding 5-5 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. Instellen van de printer met voicemail 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en sluit vervolgens het andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: bevestigd.
Afbeelding 5-6 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. 3 Computer met modem De printer instellen met een computermodem voor inbellen 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter Sluit het ene uiteinde van de telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. Sluit het andere uiteinde van het snoer aan op de DSL-/ADSL-filter. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. 4 DSL/ADSL-computermodem 5 Computer OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp. Situatie H: Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren waarop u de printer kunt instellen.
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer. 3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem. 4.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter 4 Telefoon 5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. OPMERKING: U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant.
5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter. 6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos. 7. Voer een faxtest uit. Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan . De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
4. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat aansluiten. OPMERKING: Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken. 5.
Afbeelding 5-13 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. 5 Computer met modem 6 Antwoordapparaat 7 Telefoon (optioneel) De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1.
6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen. OPMERKING: Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen. 7. Zet de Automatisch antwoorden -instelling aan. 8. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen. 9.
OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Afbeelding 5-14 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL/ADSL-filter aanschaffen bij uw DSL/ADSL-provider.
Situatie K: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en voicemail Stel de printer in volgens de instructies in dit gedeelte als u op dezelfde lijn gespreks- als faxoproepen ontvangt, terwijl u tegelijkertijd een computermodem voor inbellen hebt aangesloten en een voicemailservice van uw telefoonmaatschappij hebt ingesteld. OPMERKING: U kunt faxen niet automatisch ontvangen als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt.
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer. 3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem. 4.
4. Raak Configuratie aan. 5. Raak Extra aan en raak vervolgens Faxtest aan. De printer geeft de status van de test weer op het scherm en drukt een rapport af. 6. 80 Bekijk het rapport. ● Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van problemen met faxen, terwijl de test is geslaagd. Een ontbrekende of onjuiste faxinstelling kan faxproblemen veroorzaken.
6 Webservices Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Wat zijn webservices? ● Webservices instellen ● Afdrukken met HP ePrint ● Webservices verwijderen Wat zijn webservices? De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken.
5. Raak OK aan als u ziet dat Webservices is geïnstalleerd. 6. Wanneer de printer is aangesloten op de server, drukt de printer een informatiepagina af en wordt het Webservices-overzicht weergegeven op het scherm. Om Webservices te configureren via de geïntegreerde webserver 1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Raadpleeg Geïntegreerde webserver op pagina 99 voor meer informatie. 2. Klik op de tab Webservices . 3.
● Zorg ervoor dat u een computer of mobiel toestel met internet en mogelijkheid tot e-mail hebt. ● Activeer Webservices op de printer. Zie Webservices instellen op pagina 81 voor meer informatie. TIP: Ga voor meer informatie over het beheren en configureren van HP ePrint -instellingen en over de nieuwste functies naar HP Connected Deze website is niet in alle landen/regio's beschikbaar.. Om documenten af te drukken door middel van HP ePrint 1. Open de e-mailtoepassing op uw computer of mobiel toestel.
84 3. Klik op Webservices verwijderen. 4. Klik op Ja om de Webservices van uw printer te verwijderen.
7 Met cartridges werken ● Informatie over cartridges en de printkop ● Geschatte inktniveaus controleren ● Vervang de cartridges ● Cartridges bestellen ● Modus enkele cartridge gebruiken ● Printerbenodigdheden bewaren ● Informatie over de cartridgegarantie Informatie over cartridges en de printkop Lees de volgende tips voor het onderhouden van HP-cartridges als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
Geschatte inktniveaus controleren U kunt de geschatte inktniveaus controleren via de printersoftware, het bedieningspaneel van de printer of HP Smart. Geschatte inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel ▲ In het Startscherm drukt u op (Inkt) om de geschatte inktniveaus weer te geven. Inktniveaus controleren via de printersoftware (Windows) 1. Open de HP-printersoftware. 2. Klik in printersoftware op Geschatte niveaus. Inktniveaus controleren vanuit het HP printersoftware (OS X en macOS) 1.
OPMERKING: Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar. De cartridges vervangen 1. Controleer dat de stroom is ingeschakeld. 2. Verwijder de oude cartridge. 3. a. Open de toegangsklep. b. Open de vergrendeling van de sleuf van het inktpatroon. Verwijder vervolgens de cartridge uit de sleuf. Plaats een nieuwe cartridge. a. NLWW Verwijder de cartridge uit de verpakking.
4. b. Verwijder de plastic tape door middel van het lipje. c. Schuif het nieuwe inktpatroon in de sleuf en sluit de vergrendeling totdat u een klik hoort. Sluit de toegangsklep voor de cartridges. OPMERKING: De HP printersoftware geeft aan dat u de inktcartridges moet uitlijnen wanneer u een document afdrukt nadat u een nieuwe inktcartridge hebt geplaatst. Cartridges bestellen Ga naar www.hp.com om cartridges te bestellen.
OPMERKING: De installatie-cartridge die bij de printer is geleverd, is niet afzonderlijk te koop. Modus enkele cartridge gebruiken Gebruik de modus enkele cartridge om de HP OfficeJet 5200 series te gebruiken met slechts 1 inktcartridge. De modus enkele cartridge wordt geactiveerd wanneer een inktcartridge uit de wagen met de inktcartridges is verwijderd. In de modus enkele cartridge kan de printer alleen documenten en foto's kopiëren en taken afdrukken vanaf de computer.
8 Netwerkinstallatie Bijkomende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar op de startpagina van de printer (geïntegreerde webserver of EWS). Zie Geïntegreerde webserver op pagina 99 voor meer informatie.
Als u de netwerknaam of de beveiligingscode niet kunt terugvinden of deze informatie vergeten bent, raadpleegt u de documentatie die bij de computer of de draadloze router is geleverd. Als u deze informatie nog steeds niet kunt vinden, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het draadloos netwerk heeft ingesteld.
De verbinding van een USB-verbinding in draadloze netwerkverbinding wijzigen (Windows) Blader door de lijst op Voordat u begint op pagina 90 vooraleer u verder gaat. 1. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 19 voor meer informatie. 2. Klik op Hulpprogramma's. 3. Klik op Apparaatinstellingen en software. 4. Selecteer Een USB-aangesloten apparaat naar draadloos converteren. Volg de instructies op het scherm.
3. Selecteer uw printer in het linkerpaneel en klik - onderaan de lijst. Doe hetzelfde voor de faxinvoer als er een aanwezig is voor de huidige verbinding. 4. Sluit een USB-kabel aan op de computer en de printer. 5. Klik op + onder de printerlijst links. 6. Selecteer de nieuwe USB-printer uit de lijst. 7. Kies de modelnaam van de printer in het pop-upmenu Gebruiken. 8. Klik op Toevoegen.
Om netwerkinstellingen af te drukken Voer een van de volgende bewerkingen uit: ● Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer vanuit het Startscherm op (Draadloos) om het scherm met de netwerkstatus te tonen. Druk op Afdrukdetails om de netwerkconfiguratiepagina af te drukken. ● Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op ( Installatie ), vervolgens op Hulpprogramma's, en ten slotte op Rapport netwerkconfiguratie.
Als u de HP-software niet op de computer hebt geïnstalleerd, moet u eerst verbinding maken met Wi-Fi Direct en vervolgens de printersoftware installeren. Selecteer Draadloos wanneer de printersoftware u vraagt om een verbindingstype. – Zorg ervoor dat u een compatibele afdruktoepassing hebt geïnstalleerd als u een mobiel apparaat gebruikt. Ga naar www.hp.com/global/us/en/eprint/mobile_printing_apps.html voor meer informatie over mobiel afdrukken.
Wanneer het mobiele apparaat verbonden is met de printer, begint de printer met afdrukken. Om vanaf een mobiel toestel met Wi-Fi-mogelijkheid dat Wi-Fi Direct niet ondersteunt af te drukken Zorg ervoor dat u een compatibele afdruktoepassing hebt geïnstalleerd op uw mobiel apparaat. Ga naar www.hp.com/global/us/en/eprint/mobile_printing_apps.html voor meer informatie. 1. Controleer of u de Wi-Fi Direct op de printer hebt ingeschakeld. 2. Schakel de Wi-Fi-verbinding in op uw mobiel apparaat.
5. d. Als het scherm Verbindingsopties verschijnt, selecteert u Draadloos. e. Selecteer uw HP-printer in de lijst met gedetecteerde printers. f. Volg de instructies op het scherm. Druk het document af. Afdrukken vanaf een computer met Wifi (OS X en macOS) 1. Controleer of u de Wi-Fi Direct op de printer hebt ingeschakeld. 2. Schakel Wi-Fi op de computer in. Zie de documentatie bij uw Apple voor meer informatie. 3.
9 Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● De HP Smart-app ● Werkset (Windows) ● HP Utility (OS X en macOS) ● Geïntegreerde webserver De HP Smart-app Met de HP Smart-app kunt u actuele printergegevens weergeven en printerinstellingen bijwerken. U kunt de inktstatus en printer- en netwerkgegevens weergeven. U kunt ook diagnostische rapporten afdrukken, toegang krijgen tot hulpmiddelen voor de afdrukkwaliteit en printerinstellingen weergeven en wijzigen.
Geïntegreerde webserver Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de geïntegreerde webserver (EWS) van de printer gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en de printer vanaf de computer te beheren. OPMERKING: nodig. Voor het weergeven of wijzigen van bepaalde instellingen hebt u mogelijk een wachtwoord OPMERKING: U kunt de ingebouwde webserver openen en gebruiken zonder dat er verbinding is met internet. Sommige functies zijn echter niet beschikbaar.
OPMERKING: 2. De printer moet op een netwerk zijn aangesloten en een IP-adres hebben. Typ in een ondersteunde webbrowser op uw computer het IP-adres of de hostnaam die aan de printer is toegewezen. Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u het volgende adres in de webbrowser: http://123.123.123.123. De geïntegreerde webserver openen via Wi-Fi Direct 1. Raak op het bedieningspaneel van de printer vanuit het Startscherm (Wi-Fi Direct) aan . 2. Druk op 3.
Controleer het IP-adres van de printer ● Zorg ervoor dat het IP-adres van de printer correct is. Raak op het bedieningspaneel van de printer vanuit het Startscherm (Draadloos) aan om het IP- adres van de printer te vinden. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u op ( Installatie ), hierna tikt u op en vervolgens op Hulpprogramma's en vervolgens op Rapport netwerkconfiguratie om het IP-adres van de printer te weten te komen door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken.
10 Een probleem oplossen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Papierstoringen en problemen met papieraanvoer ● Problemen met Inktcartridge ● Problemen met afdrukken ● Kopieerproblemen ● Scanproblemen ● Faxproblemen ● Netwerk- en verbindingsproblemen ● Hardwareproblemen printer ● Vraag hulp van het bedieningspaneel van de printer ● Vraag hulp in de HP Smart-app ● Printerrapporten begrijpen ● Problemen oplossen bij gebruik van Webservices ● Onderhoud aan de printer uitvoeren
Een papierstoring verwijderen VOORZICHTIG: Trek het vastgelopen papier niet uit de voorkant van de printer. Volg in plaats daarvan onderstaande stappen om de storing te verhelpen. Als u het vastgelopen papier uit de voorkant van de printer trekt, kan dit tot gevolg hebben dat het papier scheurt en dat er stukjes papier in de printer blijven zitten; dit kan resultaten in meer papierstoringen. 1. NLWW Controleer de papierbaan in de printer. a. Open de toegangsklep van de printcartridges. b.
2. d. Plaats de papierbaankap terug. Let erop dat deze weer vastklikt. e. Sluit de toegangsklep voor de cartridges. f. Druk op OK op het bedieningspaneel om verder te gaan met de huidige afdruktaak. Als het probleem niet is opgelost, controleer dan de zone van de wagen met inktcartridges in de printer. VOORZICHTIG: Vermijd tijdens het proces alle contact met de kabel aan de wagen met inktcartridges. a. Open de toegangsklep van de printcartridges. b.
d. Sluit de toegangsklep voor de cartridges. e. Druk op OK op het bedieningspaneel om verder te gaan met de huidige afdruktaak. Om hulp te krijgen via het afdrukscherm, drukt u op Help vanuit het startscherm, dan op Instructievideo's en Storing oplossen. 3. Als het probleem nog steeds niet is opgelost, controleer dan de zone van de lade. a. Trek de invoerlade naar buiten om deze te verlengen. b. Plaats de printer voorzichtig op zijn zij om de onderkant van de printer bloot te stellen. c.
Om een papierstoring in de documentinvoer te verhelpen 1. Til de kap van de documentinvoer op. 2. Trek het vastgelopen papier voorzichtig tussen de rollers vandaan. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe papierstoringen optreden. 3.
Ontdek hoe u papierstoringen kunt vermijden Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen. ● Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade. ● Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier. ● Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een hersluitbare verpakking te bewaren. ● Gebruik geen papier dat te dik of te dun is voor de printer. ● Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten.
● Zorg ervoor dat de breedtegeleiders voor het papier zijn ingesteld op de correcte markeringen in de lade voor het papierformaat dat u plaatst. Controleer ook of de geleiders goed, maar niet te stevig tegen de stapel rusten. ● Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst. ● Gebruik HP-papier voor optimale prestaties en efficiëntie.
6. Zoek aan de binnenkant van de printer de contactpunten in de afdrukslede. De contactpunten zien eruit als een set van vier goudkleurige pinnen die zo zijn geplaatst dat ze op de contactpunten van de inktcartridges passen. 7. Gebruik een droog wattenstaafje of een pluisvrije doek om de contactpunten in de wagen met inktcartridges mee schoon te wrijven. 8. Installeer de printcartridge opnieuw. 9. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg is. 10.
4. ● Windows 10: Selecteer in het menu Start in Windows Windows-systeem uit de lijst met apps, selecteer Configuratiescherm en klik vervolgens op Apparaten en printers onder Hardware en geluid. ● Windows 8.1 en Windows 8: Wijs naar of tik op de rechterbovenhoek van het scherm om de Charms-balk te openen. Klik op het pictogram Instellingen klik of tik op Configuratiescherm en klik of tik vervolgens op Overzicht Apparaten en printers.
Windows 10 i. Selecteer in het menu Start in Windows Windows-systeembeheer uit de lijst met apps en selecteer Services. ii. Klik met de rechtermuisknop op Afdrukwachtrij en klik vervolgens op Eigenschappen. iii. Zorg er in het tabblad Algemeen voor dat naast Opstarttype Automatisch is geselecteerd. iv. Als de service niet al actief is, klik dan onder Servicestatus op Start en vervolgens op OK. Windows 8.1 en Windows 8 i.
b. iii. Dubbelklik op Services en dubbelklik vervolgens op Printspooler. iv. Klik met uw rechtermuisknop op Printspooler en klik op Opnieuw starten om de service opnieuw te starten. Controleer of de juiste printer als standaardprinter is ingesteld. Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte of groene cirkel. c. Als de foute printer als standaarprinter is ingesteld, klik dan met de rechtermuisknop op de juiste printer en selecteerInstellen als standaardprinter. d.
1 Stroomaansluiting van de printer 2 Aansluiting op stopcontact 2. Controleer de knop Aan/uit op de printer. Als het lampje niet brandt, is de printer uitgeschakeld. Druk op de knop Aan/uit om de printer aan te zetten. OPMERKING: aan. Als de printer geen elektrische stroom ontvangt, sluit het dan op een ander stopcontact 3. Koppel het netsnoer los van de achterzijde van de printer wanneer deze is ingeschakeld. 4. Haal het netsnoer uit het stopcontact. 5. Wacht minstens 15 seconden. 6.
d. 4. ● Doorgaan: Een onderbroken afdruktaak hervatten. ● Printer onderbreken: hiermee onderbreekt u alle afdruktaken in de wachtrij. Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u opnieuw af te drukken. Start de computer opnieuw op.
6. c. Klik in de printersoftware onder Afdrukken, scannen en faxen. op het gedeelte Afdrukken en klik vervolgens op Onderhoudstaken om naar de printerwerkset te gaan. d. In Printerwerkset klikt u op Printkoppen uitlijnen in het tabblad Apparaatservices. De printer drukt een uitlijningspagina af. Druk een diagnostiekpagina af als de inkt van de cartridges niet bijna op is. Een diagnosepagina afdrukken met behulp van printersoftware 7. a.
3. Zorg ervoor dat u de juiste papiersoort en afdrukkwaliteit selecteerde in het dialoogvenster Afdrukken. 4. Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is. Overweeg op de printcartridges te vervangen als ze bijna leeg zijn. 5. De printkop uitlijnen. Om de printkop vanuit de software uit te lijnen a. Plaats gewoon wit papier van A4-formaat in de invoerlade. b. Open HP -benodigdheden. OPMERKING: 6.
OPMERKING: Als de afdrukkwaliteit na het reinigen nog steeds zwak lijkt, probeer dan de printkop uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na uitlijnen en reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn. f. Klik op Alle instellingen om terug te keren naar het scherm Informatie en ondersteuning. De printerkwaliteit verbeteren vanuit het bedieningspaneel van de printer 1. Controleer of u originele HP-cartridges gebruikt. 2.
De printkop reinigen vanaf het printerscherm a. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade. b. Op het bedieningspaneel van de printer veegt u naar links in het Startscherm om te zien en tikt u op c. 7. ( Installatie ) ( Installatie ). Raak Extra en Cartridges reinigen aan en volg de instructies op het scherm. Neem contact op met HP-ondersteuning als het probleem niet is opgelost door het reinigen van de printkop. Ga naar www.support.hp.com .
Voer de faxtest uit U kunt uw faxinstellingen testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test pas uit nadat u de faxinstellingen op de printer hebt voltooid.
● Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten. Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen.
Afbeelding 10-1 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort 2. Nadat u het telefoonsnoer hebt verbonden met de 1-LINE-poort, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de printer klaar is om te faxen. 3. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
De kiestoondetectietest is mislukt ● Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer, kan ervoor zorgen dat de test mislukt. Koppel alles los van de telefoonlijn en voer de test nogmaals uit. Zo kunt u controleren of het probleem wordt veroorzaakt door andere apparatuur. Als de Kiestoondetectie wel slaagt als de andere apparatuur is losgekoppeld, wordt het probleem veroorzaakt door een of meer onderdelen van deze apparatuur.
voor een toe en voer elke keer een test uit, totdat u weet welk onderdeel het probleem veroorzaakt. – ● Als de Faxlijnconditietest niet slaagt als de andere apparatuur is losgekoppeld, sluit u de printer aan op een werkende telefoonlijn en zoekt u verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit deel. Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.
● Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is aangegeven.
geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of u storingen of ander ruis hoort. Als u storingen of ruis hoort, schakelt u de DSL-modem uit en laat u de stekker gedurende minstens 15 minuten uit het stopcontact. Schakel de DSL-modem vervolgens opnieuw in en luister opnieuw naar de kiestoon. OPMERKING: Mogelijk zal er in de toekomst opnieuw ruis optreden op de telefoonlijn.
– Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen. Als u kunt faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk bij het antwoordapparaat. – Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw in. Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te hard volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het einde van het gesproken bericht.
antwoordapparaat niet op de aanbevolen manier aansluit, is het mogelijk dat het antwoordapparaat faxtonen opneemt. ● Zorg ervoor dat de printer is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen en dat de instelling voor Hoe vaak overgaan juist is. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het antwoordapparaat.
OPMERKING: Dit hulpprogramma is uitsluitend beschikbaar voor het Windowsbesturingssysteem. De Windows computer waar u de HP Print and Scan Doctor op draait moet met een draadloze verbinding verbonden zijn met het netwerk. Om de instellingen van de draadloze functie te controleren, opent u de HP Print and Scan Doctor, klikt u op het tabblad Netwerk bovenin, selecteert u Geavanceerde info tonen en selecteert u Draadloze info tonen.
De toegangsklep voor de inktpatronen staat open ● Sluit de toegangsklep tot de inktpatronen en het deksel. Uitlijning inktpatronen mislukt ● Als het uitlijningsproces mislukt, zorg er dan voor dat u ongebruikt, gewoon wit papier in de invoerlade hebt geplaatst. Wanneer bij het uitlijnen van de inktcartridges gekleurd papier in de invoerlade is geplaatst, mislukt de uitlijning. ● Als het uitlijningsproces herhaaldelijk mislukt, kan het zijn dat u de printkop moet reinigen of dat de sensor defect is.
● Rapport afdrukkwaliteit ● Testrapport draadloze verbinding ● Testrapport webtoegang Een printerstatusrapport afdrukken 1. Op het bedieningspaneel van de printer veegt u naar links in het Startscherm om zien en tikt u op ( Installatie ). 2. Raak Extra aan. 3. Raak de gewenste optie aan. OPMERKING: testrapport.
Testrapport webtoegang Druk het rapport van de webtoegang af voor hulp bij de identificatie van internetverbindingsproblemen die Webservices kunnen beïnvloeden. Problemen oplossen bij gebruik van Webservices Als u problemen ondervindt in het gebruik van Webservices, zoals HP ePrint , controleer dan het volgende: ● Zorg ervoor dat de printer is aangesloten op het internet door middel van een draadloze verbinding. OPMERKING: kabel.
De glasplaat van de scanner reinigen Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de scannerklep of het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en een negatieve invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van kopieën aan een bepaald paginaformaat. De glasplaat van de scanner reinigen WAARSCHUWING! Vooraleer u de printer reinigt, moet u de printer uitschakelen door op (de Aan/uit- knop) te drukken en de stekker uit het stopcontact trekken. 1.
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te verwijderen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het bedieningspaneel van de printer terechtkomen. De documentinvoer schoonmaken Als de documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze geen gewoon papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
De fabrieksinstellingen herstellen Als u bepaalde functies wilt uitschakelen of instellingen wilt wijzigen, kunt u de printer herstellen naar de oorspronkelijke fabrieks- of netwerkinstellingen. Om de printer terug te zetten naar de originele fabrieksinstellingen 1. Op het bedieningspaneel van de printer veegt u naar links in het Startscherm om zien en tikt u op 2. ( Installatie ) te ( Installatie ).
Chat met een HP supportagent. Een HP supportagent bellen. Zorg dat u de volgende informatie klaar hebt als u contact opneemt met de ondersteuningsdienst van HP: ● Productnaam (op het product, zoals HP OfficeJet 5200) ● Productnummer (in de cartridgeklep geplaatst) ● Serienummer (op de achter- of onderkant van de printer) Printer registreren In enkele minuten registreert u het apparaat en geniet u van een snellere service, een efficiëntere ondersteuning en productondersteuning.
A Technische informatie Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties en internationale overheidsvoorschriften voor de HP OfficeJet 5200 series. Zie voor bijkomende specificaties de gedrukte documentatie bij de HP OfficeJet 5200 series. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Kennisgeving van HP Company ● Specificaties ● Overheidsvoorschriften ● Programma voor milieubeheer Kennisgeving van HP Company De informatie in dit document kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
Systeemvereisten Voor meer informatie over toekomstige releases van het besturingssysteem verwijzen we naar de online ondersteunende website van HP op www.support.hp.com .
Zie Afdrukken met maximum aantal dpi op pagina 27 voor informatie over het afdrukken met een maximale dpi. Geluidsinformatie Als u toegang heeft tot Internet, kunt u akoestische informatie krijgen via de HP-website. Overheidsvoorschriften De HP OfficeJet 5200 series voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio.
determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures: ● Reorient or relocate the receiving antenna. ● Increase the separation between the equipment and the receiver. ● Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. ● Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Bericht voor de Europese Unie Producten met CE-label voldoen aan een of meer van de volgende EU-richtlijnen die mogelijk van toepassing zijn: R&TTE-richtlijn 1999/5/EG (in 2017 vervangen door RED 2014/53/EU); Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU; EMC-richtlijn 2014/30/EU; Ecodesign-richtlijn 2009/125/EG; RoHS-richtlijn 2011/65/EU Conformiteit met deze richtlijnen wordt beoordeeld aan de hand van de geldende European Harmonised Standards (Geharmoniseerde Europese Normen).
garantie dat het apparaat vanaf elk aansluitingspunt op het openbare netwerk naar behoren zal functioneren. Als u problemen hebt met het apparaat, neemt u in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat. Verklaring beeldschermwerk voor Duitsland GS-Erklärung (Deutschland) Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen.
1. Remain on the line and briefly explain to the dispatcher the reason for the call. 2. Perform such activities in the off-peak hours, such as early morning or late evening. NOTE: The FCC hearing aid compatibility rules for telephones are not applicable to this equipment.
Wandsteckdose (TAE 6) Code N an. Dieses HP-Fax kann als einzelnes Gerät und/oder in Verbindung (mit seriellem Anschluss) mit anderen zugelassenen Endgeräten verwendet werden. Verklaring vaste fax Australië In Australia, the HP device must be connected to Telecommunication Network through a line cord which meets the requirements of the Technical Standard AS/ACIF S008. Conformiteitverklaring De conformiteitsverklaring kunt u vinden op www.hp.eu/certificates.
Conformiteitverklaring 144 Bijlage A Technische informatie NLWW
NLWW Overheidsvoorschriften 145
Overheidsinformatie voor draadloze producten Dit hoofdstuk bevat de volgende overheidsinformatie met betrekking tot draadloze producten: ● Blootstelling aan straling op radiofrequentie ● Bericht voor gebruikers in Canada (5 GHz) ● Bericht voor gebruikers in Brazilië ● Bericht voor gebruikers in Canada ● Bericht aan gebruikers in Taiwan ● Bericht aan gebruikers in Mexico ● Kennisgeving aan gebruikers in Japan ● Bericht aan gebruikers in Korea ● Kennisgeving voor gebruikers in Servië (5 GHz)
Bericht voor gebruikers in Canada Under Industry Canada regulations, this radio transmitter may only operate using an antenna of a type and maximum (or lesser) gain approved for the transmitter by Industry Canada. To reduce potential radio interference to other users, the antenna type and its gain should be so chosen that the equivalent isotropically radiated power (e.i.r.p.) is not more than that necessary for successful communication.
Kennisgeving aan gebruikers in Japan この機器は技術基準適合証明又は工事設計認証を受けた無線設備を搭載しています。 Bericht aan gebruikers in Korea 해당 무선설비는 전파혼신 가능성이 있으므로 인명안전과 관련된 서비스는 할 수 없음 (무선 모듈이 탑재된 제품인 경우) Kennisgeving voor gebruikers in Servië (5 GHz) Upotreba ovog uredjaja je ogranicna na zatvorene prostore u slucajevima koriscenja na frekvencijama od 5150-5350 MHz. Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan (5 GHz) 在 5.25-5.
● The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/ elementen en hun inhoud) ● Beperking voor gevaarlijke producten (Oekraïne) ● Beperking voor gevaarlijke producten (India) ● Verklaring betreffende beperkingen op schadelijke stoffen (Turkije) ● EPEAT ● Gebruikersinformatie SEPA Ecolabel (China) ● China energielabel voor printer, fax en kopieermachine ● Afvoer van batterijen in Taiwan ● EU-batterijrichtlijn ● Batterijmelding voor Brazilië
bespaart op het verbruik van kostbare hulpbronnen door een aantal van zijn populairste producten opnieuw te verkopen. Meer informatie over het recyclen van HP producten kunt u vinden op: www.hp.com/recycle Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen HP streeft ernaar om het milieu te beschermen. Het recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen is in veel landen/regio's beschikbaar. Het programma biedt u de mogelijkheid gebruikte print- en inktcartridges gratis te recyclen.
Aanwezigheidsverklaring markering van de aan beperkingen onderworpen stoffen (Taiwan) 限用物質含有情況標示聲明書 Declaration of the Presence Condition of the Restricted Substances Marking 限用物質及其化學符號 Restricted substances and its chemical symbols 單元 Unit 鉛 汞 鎘 六價鉻 多溴聯苯 多溴二苯醚 Lead Mercury Cadmium (Pb) (Hg) (Cd) Hexavalent chromium Polybrominated biphenyls (Cr+6) (PBB) Polybrominate d diphenyl ethers (PBDE) 0 0 0 0 0 0 電線 (Cables) 0 0 0 0 0 0 印刷電路板 - 0 0 0 0 0 列印引擎(Print Engine) - 0
The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/elementen en hun inhoud) 产品中有害物质或元素的名称及含量 根据中国《电器电子产品有害物质限制使用管理办法》 有害物质 铅 汞 镉 六价铬 多溴联苯 多溴二苯醚 (Pb) (Hg) (Cd) (Cr(VI)) (PBB) (PBDE) 外壳和托盘 0 0 0 0 0 0 电线 0 0 0 0 0 0 印刷电路板 X 0 0 0 0 0 打印系统 X 0 0 0 0 0 显示器 X 0 0 0 0 0 喷墨打印机墨盒 0 0 0 0 0 0 驱动光盘 X 0 0 0 0 0 扫描仪 X 0 0 0 0 0 网络配件 X 0 0 0 0 0 电池板 X 0 0 0 0 0 自动双面打印系统 0 0 0 0 0 0 外
weight % and 0.01 weight % for cadmium, except where allowed pursuant to the exemptions set in Schedule 2 of the Rule. Verklaring betreffende beperkingen op schadelijke stoffen (Turkije) Türkiye Cumhuriyeti: EEE Yönetmeliğine Uygundur EPEAT Most HP products are designed to meet EPEAT. EPEAT is a comprehensive environmental rating that helps identify greener electronics equipment. For more information on EPEAT go to www.epeat.net. For information on HP's EPEAT registered products go to www.hp.
标识上显示的能耗数据是根据典型配置测量得出的数据,此类配置包含登记备案的打印机依据复印 机、打印机和传真机能源效率标识实施规则所选的所有配置。因此,该特定产品型号的实际能耗可能 与标识上显示的数据有所不同。 要了解规范的更多详情,请参考最新版的 GB 21521 标准。 Afvoer van batterijen in Taiwan EU-batterijrichtlijn Dit product bevat een batterij die wordt gebruikt om de gegevensintegriteit van de klok of productinstellingen de behouden en is ontworpen om even lang mee te gaan als het product. Onderhoud en vervanging van deze batterij moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde technicus.
B Fouten (Windows) ● Inkt bijna op ● Inkt bijna op ● Probleem met de inktpatroon ● Modus enkele cartridge ● Printercommunicatie onmogelijk ● Papierformaat foutief ● Wagen met inktcartridges geblokkeerd ● Oudere generatie cartridges geplaatst ● Papierstoring of probleem met de lade ● Het papier is op ● Printerfout ● Klep is open ● Advies omtrent nagemaakte cartridges ● Incompatibele cartridges ● Papier te kort ● Maak verbinding met HP Instant Ink ● Papierstoring in de automa
OPMERKING: Tijdens het afdrukproces wordt de inkt van de inktcartridges op verschillende manieren gebruikt, onder meer voor de initialisatieprocedure die de printer en de inktcartridges voorbereidt op het afdrukken. Daarnaast blijft er altijd wat inkt in de cartridge achter na gebruik. Zie www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie. Inkt bijna op De cartridge geïdentificeerd in het bericht is bijna leeg.
Printercommunicatie onmogelijk De computer kan niet met de printer communiceren omdat zich een van de volgende gebeurtenissen heeft voorgedaan: ● De printer is uitgeschakeld. ● De kabel waarmee de printer is aangesloten, zoals een USB-kabel, is losgekoppeld. ● Als de printer is verbonden met een draadloos netwerk, is de draadloze verbinding verbroken. ● De printersoftware niet goed geïnstalleerd.
vervangende HP-cartridges. Ga naar de website van het HP Instant Ink programma voor meer informatie indien u problemen ondervindt met cartridges die u heeft verkregen via HP Instant Ink. Papierstoring of probleem met de lade Papier is vastgelopen in de printer. Controleer voordat u de storing probeert te verhelpen het volgende: ● Zorg ervoor dat u papier hebt geplaatst dat aan de specificaties voldoet en dat niet gekreukeld, gevouwen of beschadigd is.
Advies omtrent nagemaakte cartridges De geïnstalleerde cartridge is geen nieuwe, authentieke HP-cartridge. Neem contact op met de winkel waar u deze cartridge hebt gekocht. Om verdachte fraude te rapporteren gaat u naar HP op www.hp.com/go/ anticounterfeit . Als u de cartridge verder wilt gebruiken, klikt u op Doorgaan. Incompatibele cartridges De cartridge is niet compatibel met uw printer. Oplossing: Verwijder deze cartridge onmiddellijk en plaats een compatibele cartridge.
plaatsen van de SETUP-cartridges tijdens de eerste installatie veroorzaakt een fout. Als u een set normale cartridges hebt geplaatst, verwijder ze dan en plaats de SETUP-cartridges om de printerinstallatie te voltooien. Na het voltooien van de printerinstallatie kunt u gewone cartridges gebruiken. als u nog steeds foutberichten krijgt en de printer de inktsysteeminitialisatie niet kan voltooien, contacteer de HP ondersteuning. Zie HP-ondersteuning op pagina 134 voor meer informatie.
Index A aansluitingen, locatie 7 achterpaneel illustratie 7 ADSL, faxinstallatie met parallelle telefoonsystemen 62 afdrukken details laatste fax 57 diagnosepagina 130 dubbelzijdig 25 faxen 45 faxen vanuit het geheugen 45 faxlogs 57 faxrapporten 55 problemen oplossen 128 specificaties 137 antwoordapparaat configuratie met fax en modem 74 installatie met fax (parallelle telefoonsystemen) 73 opgenomen faxtonen 126 automatisch fax verkleinen 46 B back-upfax 44 bedieningspaneel functies 7 knoppen 7 Knoppen 7 la
specifiek belsignaal, installatie (parallele telefoonsystemen) 64 test mislukt 119 voicemail, installatie (parallele telefoonsystemen) 66 faxen automatisch antwoorden 51 bevestigingsrapporten 56 doorsturen 45 foutcorrectiemodus 43 foutrapporten 56 handmatig ontvangen 44 handsfree kiezen 41 instellingen wijzigen 50 kiessysteem, instellen 53 kiestoontest, mislukt 122 kopschrift 51 lijnconditietest, mislukt 122 nummers blokkeren 46 ontvangen 43 ontvangen, problemen oplossen 123, 125 opnieuw afdrukken 45 opties
K kiessysteem, instellen 53 kiestoontest, mislukt 122 klantensupport garantie 135 knoppen, bedieningspaneel kopiëren specificaties 137 kopschrift, fax 51 7 L laden afbeelding breedtegeleider voor het papier 6 papierstoringen verhelpen 102 problemen met het invoeren oplossen 107 zoeken 6 lampjes, bedieningspaneel 7 lijnconditietest, fax 122 log, fax afdrukken 57 M media dubbelzijdig 25 meerdere vellen, problemen oplossen 107 milieu Programma voor milieubeheer 148 modem gedeeld met fax (parallelle telefoons
test van de verbinding van het fax/telefoonsnoer mislukt 120 voeding 128 pulskeuze 53 R radiostoring Overheidsvoorschriften 146 rapport afdrukkwaliteit 130 rapporten bevestiging, fax 56 diagnose 130 faxtest mislukt 119 fout, fax 56 test draadloze verbinding 130 webtoegang 131 recycling printcartridges 150 S scannen scanspecificaties 137 vanuit Webscan 37 scheef, probleemoplossing afdrukken 107 schoonmaken buitenkant 132 documentinvoer 133 glasplaat van de scanner 132 seriële telefoonsystemen installatietype