Gebruikershandleiding
© Copyright 2016 HP Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende houder en wordt door HP Inc. onder licentie gebruikt. Intel en Thunderbolt zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Java is een handelsmerk van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten. Microsoft en Windows zijn handelsmerken van de bedrijvengroep van Microsoft. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten) BELANGRIJK: Bepaalde computermodellen zijn geconfigureerd met een Intel® Pentium® N35xx/N37xxprocessor of een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem. Wijzig op deze modellen de configuratie-instelling van de processor in msconfig.exe niet van 4 of 2 processors naar 1 processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet opnieuw op.
vi Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Inhoudsopgave 1 Welkom ........................................................................................................................................................ 1 Informatie zoeken .................................................................................................................................................. 2 2 Onderdelen ...................................................................................................................................................
4 Schermnavigatie ......................................................................................................................................... 22 Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken .................................................................... 22 Tikken ................................................................................................................................................ 22 Zoomen door met twee vingers te knijpen ..........................
Accuvoeding gebruiken ..................................................................................................................... 36 Aanvullende informatie over de accu opzoeken ............................................................ 37 HP Accucontrole gebruiken ............................................................................................. 37 Acculading weergeven ....................................................................................................
Schijfopruiming gebruiken ................................................................................................................ 53 HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten) .............................................................. 53 De status van HP 3D DriveGuard herkennen .................................................................. 54 Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren ..............................................................................
Omgevingsvereisten ............................................................................................................................................ 69 13 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 70 14 Toegankelijkheid .......................................................................................................................................
xii
1 Welkom Nadat u de computer hebt geconfigureerd en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te voeren om optimaal te profiteren van uw slimme investering: ● TIP: Als u snel wilt terugkeren naar het startscherm van de computer vanuit een geopende app of het bureaublad van Windows, drukt u op de Windows-toets op het toetsenbord. Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
Informatie zoeken Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer. Bron Inhoud Installatie-instructies ● Overzicht van computerinstallatie en -functies HP ondersteuning ● Online chatten met een technicus van HP Voor HP ondersteuning gaat u naar http://www.hp.com/ support.
Bron ▲ Inhoud Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk. Selecteer Mijn pc, selecteer het tabblad Specificaties en selecteer vervolgens Gebruikershandleidingen. Beperkte garantie* ● Specifieke garantiegegevens voor deze computer U krijgt als volgt toegang tot dit document: ▲ Selecteer de knop Start, Alle apps, HP Help en ondersteuning en vervolgens HP documentatie. – of – ▲ Selecteer de knop Start, Alle apps, HP en vervolgens HP documentatie.
2 Onderdelen Hardware opzoeken Ga als volgt te werk om de op uw computer geïnstalleerde hardware weer te geven: ▲ Typ apparaatbeheer in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app Apparaatbeheer. U ziet een lijst met alle apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd. Druk voor informatie over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeemBIOS op fn+esc (alleen bepaalde producten).
Rechterkant Onderdeel (1) Beschrijving Audio-uit (hoofdtelefoon)/Audio-in (microfoon) Combostekker Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend een microfoon.
Onderdeel Beschrijving Wanneer de netvoeding is losgekoppeld (accu laadt niet op): (5) 6 Netvoedingsconnector Hoofdstuk 2 Onderdelen ● Knipperend oranje: De accu is bijna leeg. Wanneer de accu een kritiek laag ladingsniveau heeft bereikt, begint het acculampje snel te knipperen. ● Uit: De accu wordt niet opgeladen. Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
Linkerkant Onderdeel (1) Beschrijving Bevestigingspunt voor de beveiligingskabel Hiermee sluit u een als optie verkrijgbare beveiligingskabel aan op de computer. OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet in de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.
Beeldscherm Onderdeel Beschrijving (1) Interne microfoons (2) Hiermee neemt u geluid op. (2) Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik. (3) Webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. Op sommige modellen kunt u met streaming video videovergaderen en online chatten. Ga als volgt te werk om de webcam te gebruiken: ▲ Typ camera in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Camera.
Bovenkant Touchpad Onderdeel Beschrijving (1) Touchpad, aan/uit-knop Hiermee schakelt u het touchpad aan en uit. (2) Touchpadzone Hiermee worden uw vingerbewegingen gelezen om de pointer te verplaatsen of items op het scherm te activeren. OPMERKING: Het touchpad detecteert de kracht waarmee de vinger druk uitoefent bij het gebruiken van bewegingen. Druk uw vingers met kracht omlaag op het touchpad om de beweging te versnellen.
Lampjes Onderdeel (1) Aan/uit-lampje ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere nietbenodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt. (2) Caps Lock-lampje Aan: Caps lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord typt u nu alles in hoofdletters.
Onderdeel Beschrijving ● Uit: het touchpad is ingeschakeld. Knop, luidsprekers en vingerafdruklezer Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uitknop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uitknop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Onderdeel Beschrijving Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer vervolgens Energiebeheer. (2) Luidsprekers (4) Deze produceren geluid. (3) Vingerafdruklezer Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk bij Windows aanmelden, in plaats van met een wachtwoord. Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven.
Hotkeys gebruiken U gebruikt een hotkey als volgt: ▲ Druk op de fn-toets en druk vervolgens op de juiste functietoets die wordt voorgesteld door de pictogrammen hieronder. Druk op fn +functietoets Beschrijving Hiermee activeert u de slaapstand waarbij uw informatie in het systeemgeheugen wordt opgeslagen. Het beeldscherm en andere systeemonderdelen worden uitgeschakeld en de energiebesparingsmodus wordt geactiveerd. Om de slaapstand te beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop. VOORZICHTIG: beperken.
Onderkant Onderdeel Beschrijving (1) Dockingapparaat-receptoren (2) Hierop sluit u een optioneel dockingapparaat aan. Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt.
Onderdeel (2) Productnummer (3) Garantieperiode (4) Modelnummer (alleen bepaalde producten) Onderdeel (1) Modelnaam (alleen bepaalde producten) (2) Productnummer (3) Serienummer (4) Garantieperiode ● Label(s) met kennisgevingen: bevat kennisgevingen betreffende het gebruik van de computer.
3 Netwerkverbindingen U kunt de computer meenemen waarnaar u maar wilt. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen.
Verbinding maken met een WLAN OPMERKING: Als u bij u thuis een internetverbinding wilt instellen, moet u een account bij een internetprovider hebben. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de draadloze router aansluit op het modem, en het testen van de internetservice. Zo maakt u een verbinding met een draadloos netwerk: 1.
Sommige aanbieders van mobiele netwerkdiensten vereisen het gebruik van een SIM-kaart. Een SIM-kaart bevat basisgegevens over u, zoals een persoonlijk identificatienummer (PIN), en over het netwerk. Op sommige computers is een SIM-kaart vooraf geïnstalleerd. Als de SIM-kaart niet vooraf is geïnstalleerd, wordt deze mogelijk meegeleverd bij de informatie over HP Mobiel breedband die bij uw computer is verstrekt.
Bluetooth-apparaten aansluiten Voordat u een Bluetooth-apparaat kunt gebruiken, moet u een Bluetooth-verbinding tot stand brengen. 1. Typ bluetooth in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Bluetooth-instellingen. 2. Schakel Bluetooth in als dit niet al ingeschakeld. 3. Selecteer uw apparaat in de lijst en volg de aanwijzingen op het scherm. OPMERKING: Als het apparaat verificatie vereist, wordt er een koppelingscode weergegeven.
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of op een router. OPMERKING: Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt. Een modem gebruiken (alleen bepaalde producten) Het modem moet worden aangesloten op een analoge telefoonlijn via een 6-pins RJ-11-modemkabel.
Modemkabeladapter voor specifieke landen/regio's aansluiten Telefoonconnectoren verschillen per land/regio. Als u het modem en de modemkabel wilt gebruiken buiten het land of de regio waarin u de computer hebt aangeschaft, moet u een modemkabeladapter aanschaffen voor specifieke landen/regio's. Ga als volgt te werk om het modem aan te sluiten op een analoge telefoonlijn die geen RJ-11telefoonconnector heeft: 1. Steek de modemkabel in de modemconnector (1) van de computer. 2.
4 Schermnavigatie U kunt op de volgende manieren op het computerscherm navigeren: ● Aanraakbewegingen rechtstreeks op het computerscherm gebruiken (alleen bepaalde producten) ● Aanraakbewegingen op het touchpad gebruiken ● Het toetsenbord en de optionele muis gebruiken (de muis moet afzonderlijk worden aangeschaft) ● EasyPoint-muisbesturing gebruiken (alleen bepaalde producten) Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken Met het touchpad kunt u met eenvoudige vingerbewegingen op het
Zoomen door met twee vingers te knijpen Gebruik de knijpbeweging met twee vingers om op afbeeldingen of tekst in en uit te zoomen. ● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden in de touchpadzone of op het aanraakscherm en beweeg ze daarna naar elkaar toe. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden in de touchpadzone of op het aanraakscherm en beweeg ze daarna van elkaar af.
Tikken met vier vingers (alleen touchpad) Gebruik tikken met vier vingers om het actiecentrum te openen. ● Tik met vier vingers op het Touchpad om het actiecentrum te openen en huidige instellingen en de meldingen te bekijken. Schuiven met één vinger (alleen aanraakscherm) Schuif met één vinger om te pannen of te schuiven door lijsten en pagina's, of om een object te verplaatsen.
Vegen met drie vingers (alleen touchpad) Gebruik vegen met drie vingers om windows te openen en om te schakelen tussen geopende vensters en het bureaublad. ● Veeg 3 vingers van u af om alle openstaande vensters te zien. ● Veeg 3 vingers naar u toe om het bureaublad weer te geven. ● Veeg 3 vingers naar links of rechts om te schakelen tussen geopende vensters.
5 Entertainmentvoorzieningen Gebruik uw HP computer voor zaken of plezier om anderen te spreken via de webcam, audio en video te mengen of externe apparaten zoals een projector, monitor, tv of luidsprekers aan te sluiten. Zie Onderdelen op pagina 4 om de audio-, video- en cameravoorzieningen op uw computer te vinden. Een webcam gebruiken Uw computer heeft een webcam (geïntegreerde camera) die video opneemt en foto's maakt. Op sommige modellen kunt u met streaming video videovergaderen en online chatten.
Geluidsinstellingen gebruiken Gebruik geluidsinstellingen om het systeemvolume aan te passen, systeemgeluiden te wijzigen of audioapparaten te beheren. Ga als volgt te werk om de geluidsinstellingen te bekijken of te wijzigen: ▲ Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Configuratiescherm, selecteer Hardware en geluiden en selecteer vervolgens Geluid.
Videoapparaten aansluiten met een VGA (via een optioneel dockingapparaat of uitbreidingspoortapparaat)-kabel (alleen bepaalde producten) OPMERKING: Als u een VGA-videoapparaat op de computer wilt aansluiten, hebt u een HDMI-kabel nodig die u apart moet aanschaffen. Als u het beeld van het computerscherm op een externe VGA-monitor wilt weergeven of wilt projecteren (bijvoorbeeld voor een presentatie), sluit u een monitor of projector aan op de VGA-poort van de computer. 1.
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel OPMERKING: Als u een HDMI-apparaat op de computer wilt aansluiten, hebt u een HDMI-kabel nodig die u apart moet aanschaffen. Als u het beeld van het computerscherm op een high-definition-televisie of -monitor wilt weergeven, sluit u het high-definition-apparaat aan de hand van de volgende instructies aan: 1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. 2.
Ga als volgt te werk om de audiostream weer via de luidsprekers van de computer weer te geven: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Klik daarna op Afspeelapparaten. 2. Klik op het tabblad Afspelen op Luidsprekers. 3. Klik op Als standaard instellen en daarna op OK.
Ga als volgt te werk voor het configureren van meerdere weergaveapparaten: 1. Sluit de externe weergaveapparaten aan op de VGA-poort of DisplayPorts (DP) op de basis van de computer of het dockingstation. 2. Als Windows een beeldscherm detecteert dat op de DP-hub is aangesloten, wordt het dialoogvenster DisplayPort Topology Notification weergegeven. Klik op de juiste opties om uw beeldschermen te configureren.
Optionele externe schijfeenheden gebruiken Verwisselbare externe schijfeenheden bieden meer mogelijkheden voor het opslaan en gebruiken van informatie. U kunt een USB-schijfeenheid toevoegen door de schijfeenheid aan te sluiten op een USB-poort op de computer. OPMERKING: Er moet een externe optische USB-schijf van HP worden aangesloten op de USB-poort met eigen voeding op de computer.
3. Druk de verbindingsknop (1) op het dockingapparaat naar binnen om het dockingapparaat aan de computer te bevestigen. Als de computer volledig is gedockt, gaat het verbindingslampje (2) branden. U sluit als volgt het uitbreidingspoortapparaat aan op de computer 1. Lijn de apparaatconnector van de uitbreidingspoort uit met de dockingconnector op de computer. 2. Schuif de apparaatconnector van de uitbreidingspoort in de dockingconnector op de computer totdat de connector vastzit.
6 Energiebeheer OPMERKING: Een computer kan een aan/uit-knop of een aan/uit-schakelaar hebben. De term aan/uit-knop verwijst in deze handleiding naar de twee typen aan/uit-knoppen. Computer afsluiten (uitschakelen) VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
VOORZICHTIG: Activeer de slaapstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een schijf of een externe geheugenkaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de audio- of videokwaliteit, verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens. OPMERKING: Verbinding maken met een netwerk of het uitvoeren van computerfuncties is niet mogelijk wanneer de computer in de slaapstand staat.
● Plaats de muisaanwijzer op het pictogram van de energiemeter om het percentage resterende acculading en het huidige energiebeheerschema weer te geven. ● Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter en selecteer een item in de lijst om toegang te krijgen tot Energie-opties. U kunt ook energie-opties typen in het zoekvak op de taakbalk en vervolgens Energie-opties selecteren. Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt.
Aanvullende informatie over de accu opzoeken U krijgt als volgt toegang tot de informatie over accu's: 1. Typ support in het zoekvak op de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant. – of – Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk. 2. Selecteer achtereenvolgens Mijn computer, het tabblad Diagnoseprogramma's en hulpprogramma's en HP Accucontrole. Als in HP Accucontrole wordt aangegeven dat de accu moet worden vervangen, neemt u contact op met de ondersteuning.
Tips voor het maximaliseren van de accuwerktijd: ● Verlaag de helderheid van het scherm. ● Selecteer de instelling Energiespaarstand in Energiebeheer. Omgaan met een lage acculading In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemreacties beschreven die standaard zijn ingesteld. Sommige waarschuwingen voor een lage acculading en de manier waarop het systeem daarop reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Energiebeheer.
● Verlaag de helderheid van het beeldscherm. ● Activeer de slaapstand of sluit de computer af zodra u stopt met werken. Afvoeren van een afgedankte accu Werp de accu niet weg bij het huishoudelijk afval als een accu niet meer bruikbaar is. Informeer bij uw gemeente hoe u klein chemisch afval kunt inleveren. Een accu vervangen De accu('s) in dit product kan/kunnen niet gemakkelijk worden vervangen door de gebruiker zelf. Het verwijderen of vervangen van de accu kan van invloed zijn op de garantie.
Externe netvoeding gebruiken WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter. OPMERKING: Zie de poster Installatie-instructies, die u in de doos vindt van de computer, voor informatie over het aansluiten van de computer op netvoeding. Externe netvoeding wordt geleverd via een goedgekeurde netvoedingsadapter of een optioneel docking- of uitbreidingsapparaat.
7 Beveiliging De computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en het onafhankelijk van Windows-computers draaiende Setup-hulpprogramma (BIOS) kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Wachtwoorden gebruiken Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen. U kunt verscheidene typen wachtwoorden instellen, afhankelijk van hoe u de toegang tot uw informatie wilt beveiligen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in Computer Setup dat vooraf is geïnstalleerd op de computer. ● De BIOS-beheerder en DriveLock-wachtwoorden worden in Computer Setup ingesteld en worden beheerd door het systeem-BIOS.
Wachtwoord Functie OPMERKING: Als er functies ingeschakeld zijn die voorkomen dat het BIOS-beheerderswachtwoord wordt verwijderd, kunt u het BIOS-beheerderswachtwoord pas verwijderen zodra deze functies worden uitgeschakeld. DriveLock-hoofdwachtwoord* Beveiligt de toegang tot de interne harde schijf die wordt beschermd door DriveLock. Wordt ook gebruikt om DriveLockbeveiliging te verwijderen.
● Computers of tablets met een toetsenbord: ▲ ● Schakel de computer in of start de computer opnieuw op en druk als het HP logo wordt weergegeven op F10 om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: ▲ Zet de tablet uit. Druk op de aan/uit-knop in combinatie met de knop volume omlaag tot het opstartmenu wordt weergegeven en tik vervolgens op F10 om Computer Setup te openen. 2.
BIOS-beheerderswachtwoord opgeven Typ bij de prompt BIOS administrator password (BIOS-beheerderswachtwoord) uw wachtwoord (met behulp van dezelfde soort toetsen die u gebruikt hebt om het wachtwoord in te stellen). Druk vervolgens op enter. Na twee mislukte pogingen om het BIOS-beheerderswachtwoord op te geven moet u de computer opnieuw opstarten en het opnieuw proberen.
DriveLock-wachtwoord instellen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord in te stellen in Computer Setup: 1. Start Computer Setup. ● ● 2. Computers of tablets met een toetsenbord: 1. Schakel de computer uit. 2. Druk op de aan/uit-knop en druk als het HP logo wordt weergegeven op F10 om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: 1. Zet de tablet uit. 2.
3. Selecteer de harde schijf die u wilt beveiligen en druk vervolgens op enter. 4. Volg de instructies op het scherm voor het maken van de selecties om DriveLock in te schakelen de wachtwoorden in te voeren wanneer daarnaar gevraagd wordt. OPMERKING: Voor bepaalde producten wordt u mogelijk gevraagd DriveLock te typen. Het veld is hoofdlettergevoelig. 5.
Een DriveLock-wachtwoord invoeren (alleen bepaalde producten) Zorg ervoor dat de vaste schijf in de computer zelf is ondergebracht (niet in een optioneel dockingapparaat of externe MultiBay). Wanneer u wordt gevraagd een DriveLock-wachtwoord op te geven, typt u het gebruikerswachtwoord of het hoofdwachtwoord (met hetzelfde type toetsen als waarmee u het wachtwoord hebt ingesteld). Druk daarna op enter.
Een DriveLock-wachtwoord wijzigen (alleen bepaalde producten) Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord te wijzigen in Computer Setup: 1. Schakel de computer uit. 2. Druk op de aan/uit-knop. 3. Typ bij de prompt DriveLock Password (DriveLock-wachtwoord) het huidige DriveLockgebruikerswachtwoord of -hoofdwachtwoord dat u wilt wijzigen, druk op enter en druk of tik vervolgens op F10 om Computer Setup te openen. 4.
Selecteer Main (Hoofdmenu), selecteer Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en druk vervolgens op enter. Automatic DriveLock-beveiliging verwijderen (alleen bepaalde producten) U kunt een DriveLock-wachtwoord in Computer Setup als volgt verwijderen: 1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer onder aan het scherm het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) verschijnt. 2. Druk op f10 om Computer Setup te openen.
Mogelijk is er al een firewall geïnstalleerd op uw computer of netwerkapparatuur. Als dat niet het geval is, zijn er softwareoplossingen voor firewalls beschikbaar. OPMERKING: in bepaalde situaties kan een firewall toegang tot spelletjes op internet blokkeren, het delen van printers of bestanden in een netwerk tegenhouden of toegestane bijlagen bij e-mailberichten blokkeren.
Een vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde producten) Sommige producten zijn voorzien van een geïntegreerde vingerafdruklezer. Als u de vingerafdruklezer wilt gebruiken, moet u uw vingerafdrukken registreren in de Credential Manager van HP Client Security. Raadpleeg de Help van de HP Client Security-software.
8 Onderhoud Voer regelmatig onderhoud uit aan uw computer zodat deze optimaal blijft functioneren. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming gebruikt. Dit hoofdstuk bevat ook instructies voor het bijwerken van programma's en stuurprogramma's, het opschonen van de computer en tips voor het reizen met (of verzenden van) de computer.
OPMERKING: Omdat solid-state drives (SSD's) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard niet nodig voor deze schijfeenheden. Zie de helpfunctie van de software HP 3D DriveGuard voor meer informatie. De status van HP 3D DriveGuard herkennen Het vasteschijflampje op de computer verandert van kleur, ten teken dat een schijf in de ruimte van de primaire vaste schijf en/of een schijf in de ruimte van de secundaire vaste schijf (alleen bepaalde producten) is geparkeerd.
Reinigingsprocedures Volg de in dit gedeelte beschreven procedures voor het veilig reinigen en desinfecteren van uw computer. WAARSCHUWING! Voorkom elektrische schokken of schade aan onderdelen en maak de computer niet schoon terwijl deze is ingeschakeld. 1. Schakel de computer uit. 2. Koppel de netvoeding los. 3. Koppel alle externe apparaten los. VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen schoonmaakmiddelen of vloeistoffen direct op het oppervlak van de computer spuiten.
◦ Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los. ◦ Schakel de computer uit. ● Neem een back-up van uw gegevens mee. Bewaar de back-up niet bij de computer. ● Als u moet vliegen, neem de computer dan mee als handbagage; geef de computer niet af met uw overige bagage. VOORZICHTIG: stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven.
9 Back-up en herstel Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende processen. Voor de meeste producten zijn dit standaardprocedures. ● Herstelmedia en back-ups maken ● Het systeem herstellen Raadpleeg de app HP Support Assistant voor meer informatie. ▲ Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant. – of – Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
U kunt de hulpprogramma's van Windows gebruiken voor het maken van systeemherstelpunten en backups van persoonlijke gegevens. Zie Hulpprogramma's van Windows gebruiken op pagina 58. ● Als uw computer geen herstelpartitie en Windows-partitie bevat, gebruikt u HP Recovery Manager om herstelmedia te maken nadat u de computer hebt geconfigureerd. Met HP Herstelmedia kunt u een systeemherstelprocedure uitvoeren als de vaste schijf beschadigd raakt.
OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld. Voor meer informatie en stappen raadpleegt u de app Aan de slag. ▲ Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Aan de slag. Herstellen Er zijn verschillende opties om uw systeem te herstellen. Kies de methode die het best past bij uw situatie en expertiseniveau: BELANGRIJK: Sommige methoden zijn niet op alle producten beschikbaar.
BELANGRIJK: Gebruik HP Recovery Manager alleen als laatste redmiddel voor het oplossen van problemen met uw computer. ● Gebruik HP Herstelmedia als de vaste schijf van de computer vastloopt. Zie HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 57 als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt. ● Voor de optie Fabrieksinstellingen herstellen (alleen op bepaalde producten) moet u HP Herstelmedia gebruiken.
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze knop ingedrukt. Selecteer vervolgens f11. 2. Selecteer Probleemoplossing in het menu opstartopties. 3. Selecteer HP Recovery Manager en volg de instructies op het scherm. HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen U kunt HP Recovery-media gebruiken om het originele systeem te herstellen. Deze methode kan gebruikt worden als uw systeem geen HP Recovery-partitie heeft of als de harde schijf niet goed werkt. 1.
BELANGRIJK: Nadat u de HP Herstelpartitie hebt verwijderd, kunt u geen systeemherstel uitvoeren of HP Herstelmedia maken vanaf de HP Herstelpartitie. Maak daarom HP Herstelmedia voordat u de herstelpartitie verwijdert. Zie HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 57. OPMERKING: De optie Herstelpartitie verwijderen is alleen beschikbaar op producten die deze functie ondersteunen. Ga als volgt te werk om de HP Herstelpartitie te verwijderen: 62 1.
10 Computer Setup (BIOS), TPM en HP Sure Start Computer Setup gebruiken Computer Setup ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, beeldscherm, toetsenbord, muis en printer). Computer Setup bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
Fabrieksinstellingen herstellen in Computer Setup OPMERKING: Door het herstellen van de fabrieksinstellingen wordt de vasteschijfmodus niet gewijzigd. Als u alle instellingen in Computer Setup wilt terugzetten naar de fabriekswaarden, gaat u als volgt te werk: 1. Start Computer Setup. Zie Computer Setup starten op pagina 63. 2. Selecteer Main (Hoofdmenu) en selecteer vervolgens Apply Factory Defaults and Exit (Fabrieksinstellingen toepassen en afsluiten).
BIOS-update downloaden VOORZICHTIG: Om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken, downloadt en installeert u een BIOS-update alleen terwijl de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een optionele voedingsbron.
De opstartvolgorde wijzigen met de F9-prompt Als u dynamisch een opstartapparaat wilt kiezen voor de huidige opstartvolgorde, gaat u als volgt te werk: 1. Het menu Boot Device Options (Opties opstartapparaat) openen: ● 2. Schakel de computer in of start de computer opnieuw op en druk als het HP logo wordt weergegeven op F9 om het menu Boot Device Options (Opties opstartapparaat) te openen. Selecteer een opstartapparaat en druk op enter.
11 Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) HP PC Hardware Diagnostics is een Unified Extensible Firmware Interface (UEFI) waarmee u diagnostische tests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten het besturingssysteem uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten.
Download de nieuwste UEFI-versie 1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt weergegeven. 2. Selecteer de koppeling Downloaden in het gedeelte HP PC Hardware Diagnostics en selecteer vervolgens Uitvoeren. Download een bepaalde versie van UEFI voor een specifiek product 1. Ga naar http://www.hp.com/support. 2. Selecteer Software en drivers downloaden. 3. Voer de productnaam of het nummer in.
12 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
13 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
14 Toegankelijkheid HP ontwerpt, vervaardigt en verhandelt producten en apparaten die door iedereen gebruikt kunnen worden, waaronder ook mensen met een handicap. Dit kan op basis van een autonoom systeem zijn of met behulp van de juiste assistieve apparaten.
Index A aan/uit Accu 36 besparen 38 opties 34 aan/uit-knop 34 aan/uit-knop herkennen 11 aan/uit-lampjes 10 aan/uit-schakelaar 34 accu afvoeren 39 lage acculading 38 ontladen 37 resterende lading weergeven 37 vervangen 39 voeding besparen 38 Accu-informatie zoeken 37 Acculampje 5 Accuvoeding 36 afsluiten 34 Antivirussoftware 50 Audio 27 Automatic DriveLock 49 Automatic DriveLock-wachtwoord invoeren 49 Automatische DriveLock, wachtwoord verwijderen 50 B back-ups 57 Bedrijfs-WLAN, verbinding 17 Beeldschermen,
H harde schijf externe 32 HDMI, audio configureren 29 HDMI poort verbinding maken 29 HDMI-poort, herkennen 7 headsets aansluiten 26 herstel media 61 met HP herstelmedia 58 schijven 61 USB-flashdrive 61 herstellen HP Recovery Manager 59 Ondersteunde schijven 58 opties 59 schijven 58 starten 60 systeem 59 herstelmedia maken 57 maken met HP Recovery Manager 58 herstelpartitie verwijderen 61 high-definition-apparatuur, aansluiten 29, 31 Hotkeys gebruiken 13 HP 3D DriveGuard 53 HP-bronnen 2 HP Client Security 51
HDMI 7, 29 Miracast 31 USB 3.