User manual
  VDP750ST  
24.09.2010  ©Velleman nv 
7 
• Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel. 
• Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel 
controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar volledig 
nakijken. 
• Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan 
aanraken. 
• Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de 
maximumbelasting van de draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt 
gebruiken en u moet het gebruikte materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer het 
toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft. Een slechte montage kan leiden tot 
verwondingen. 
• Regel de gewenste invalshoek door middel van de montagebeugel en draai de regelschroeven stevig 
aan. 
• Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 50cm rond het toestel. 
• Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten. 
• Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack. 
• De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert. 
5.  Gebruik 
Dit toestel kan werken in manuele of DMX-mode. In manuele mode kunnen de flitssnelheid en 
dimmerfunctie worden geregeld met dipschakelaars. In DMX-mode worden ze geregeld via 2 DMX-
kanalen. 
a. DMX-512 verbindingen 
Verbind de meegeleverde XLR-kabel met de vrouwelijke 3-
pins XLR-uitgang van uw controller en de mannelijke 3-pins 
XLR-ingang van de VDP750ST. U kunt meerdere 
VDP750STs serieel verbinden. De verbindingskabel moet 
een beschermde kabel zijn met dubbele kern en met een XLR 
in- en uitgangsconnector. Zie het diagram rechts. 
b.  DMX-512 keten met terminator 
Een DMX terminator is aanbevolen als de DMX kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een omgeving met 
veel elektrische ruis (bvb. een discotheek). De terminator voorkomt corruptie van het digitale 
controlesignaal door elektrische ruis. Dit toestel is uitgerust met een ingebouwde DMX terminator, die 
wordt ingeschakeld door middel van de rode dipschakelaar op het toestel. Zet die schakelaar op ON als 
het toestel het laatste toestel in de reeks is. 
c.  Startadres van de DMX projector bepalen 
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op 
de signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel “luistert” naar het 
signaal van de DMX controller. Geef dit startadres door middel van de dipschakelaars op het toestel. 
U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel een nieuw 
startadres ingeven. 
Wanneer u één enkel startadres instelt, zullen alle toestellen “luisteren” naar hetzelfde kanaal. Met 
andere woorden: wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op 
reageren. 
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Met andere 
woorden: wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal 
reageren. 
DMX-kanalen: 
•  Ch 1: snelheid strobo 
•  Ch 2: strobo dimmer  
Let op! Ch2 op 0% en Ch1 van 10% tot 85% creëert een blindereffect. CH1 is het dimniveau van het 
effect. Dit mag slechts max. 5 seconden duren, anders kan de lamp worden beschadigd. Wanneer u 
CH1 hoger dan 85% plaatst, dan zal de stroboscoop in muziekgestuurde modus werken. 
d. Functiebepaling 
Er zijn 10 dipschakelaars; hoe ze zijn ingesteld, bepaalt de werkingsmode van het toestel. 
DMX adresinstelling
Zet dipschakelaar 10 op ON (omhoog). Gebruik nu de eerste 9 schakelaars om het adres in te stellen. De 
9 schakelaars hebben elk een eigen waarde, die altijd 1 hoger ligt dan de waarde van alle voorgaande 










