Operation Manual

Aan de slag 25
De toetsenbordinterval wijzigen
U kunt de tijdsduur wijzigen voor de pauze tussen het indrukken van
dezelfde numerieke toets.
1. Klik in het beginscherm op Start > Instellingen > Toegankelijkheid.
2. Selecteer bij Toetsenbordinterval de lengte van de pauze tussen
het indrukken van de toetsen.
De T9–modus gebruiken
Als u in de T9–modus een woord wilt vormen, drukt u op de numerieke
toetsen die de gewenste letters bevatten. Terwijl u de letters invoert,
analyseert T9 uw toetsindrukken om te proberen het woord af te maken.
Als u bijvoorbeeld het woord “ring”, wilt invoeren, drukt u op 7, 4, 6, 4.
Tekst invoeren in de T9–modus
1. Houd de –toets ingedrukt.
2. Klik in het menu op T9.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
Voer letters in door op de toetsen te drukken waarop de
gewenste letters staan. Druk per letter maar één keer op een
toets. Als er in het T9–woordenboek meer dan één keuze is voor
uw invoer, wordt een lijst met beschikbare woorden weergegeven.
Druk op de
–toets om een spatie in te voegen na een
woord, of klik op een van de beschikbare woorden om de spatie
automatisch toe te voegen.
Als u het gewenste woord niet ziet, klikt u op Woord toevoegen?
in de lijst en voert u met Multidrukken het woord in.
Als u leestekens wilt invoeren, drukt u op 1 en maakt u een keuze
uit een lijst met gangbare leestekens.
De modus Numeriekgebruiken
Als in een tekstvak alleen numerieke invoer mogelijk is, zoals een
telefoonnummer, schakelt de invoermodus automatisch over op de
Numerieke modus. Als u echter cijfers wilt invoegen in een regel tekst,
schakelt u over op de Numerieke modus en schakelt u vervolgens weer
terug naar Multidrukken of T9 om de tekst verder in te voeren.