Operation Manual

Internetverbinding
42
4.
Tik op
WPS-pincode invoeren
.
Uw telefoon maakt een pincode aan.
5.
Voer de pincode op het Wi-Fi-hotspotapparaat in.
Wi-Fi-hotspot
Uw telefoon kan ook functioneren als een Wi-Fi-hotspot voor andere
apparaten, waarbij de telefoon zijn mobiele gegevensverbinding deelt.
1.
Op het startscherm tikt u op en vervolgens op het tabblad
Alles
.
2.
Tik onder
DRAADLOOS EN NETWERKEN
op
Meer…
.
3.
Tik op
Tethering en draagbare hotspot
>
Wi-Fi-hotspot configureren
.
4.
Geef een naam voor de Wi-Fi-hotspot op.
5.
Selecteer een coderingsmodus.
Het wordt aanbevolen de coderingsmodus in te stellen op WPA2PSK om
het Wi-Fi-netwerk beter te beveiligen.
6.
Stel de sleutel voor de Wi-Fi-hotspot in.
Wanneer andere apparaten toegang willen hebben
tot het netwerk van uw
telefoon, moet die sleutel worden ingevoerd.
7.
Selecteer het selectievakje
Draagbare Wi-Fi-hotspot
.
8.
Zoek op het apparaat dat u wilt gebruiken naar het Wi-Fi-netwerk van uw
telefoon en maak een verbinding met dat netwerk.