Operation Manual
71
Telefooninstellingen
Locatieservices inschakelen
Zorg dat u de locatieservices hebt ingeschakeld voordat u een kaarten- of navigatie-app
gebruikt.
1
Raak op het startscherm
Instellingen
aan.
2
Onder
Alles
raakt u
Locatietoegang
aan.
3
Raak
Toegang tot mijn locatie
aan om de locatieservices van uw telefoon in te
schakelen.
4
Raak
Locatiemodus
aan. Daarna kunt u het volgende doen:
•
Raak
Hoge nauwkeurigheid
aan om uw positie te bepalen met behulp van GPS, Wi-
Fi en mobiele gegevens.
•
Raak
Batterijbesparing
aan om uw positie te bepalen met behulp van Wi-Fi en
mobiele gegevens.
•
Raak
Enkel toestel
aan om uw locatie te bepalen met behulp van GPS.
Geluidsinstellingen aanpassen
1
Raak op het startscherm
Instellingen
aan.
2
Onder
Alles
raakt u
Geluid
aan.
3
Op het scherm
Geluid
kunt u het volgende doen:
•
Raak
Volumes
aan en versleep de schuifbalken om het volume van muziek, beltonen,
tonen van meldingen, alarmen, oproepen en andere tonen aan te passen.
•
Raak
Stille modus
aan om de stille modus in of uit te schakelen.
•
Raak
Trillen in stille modus
aan om het trillen in of uit te schakelen wanneer uw
telefoon de stille modus gebruikt.
•
Raak
Beltoon telefoon
aan om een beltoon te selecteren. Als uw telefoon twee SIM-
kaarten ondersteunt, kunt u afzonderlijke beltonen voor elke SIM-kaart instellen.