Operation Manual
Telefooninstellingen
72
•
Raak
Trillen bij bellen
aan om het trillen in of uit te schakelen wanneer uw telefoon
overgaat. Als uw telefoon twee SIM-kaarten ondersteunt, kunt u afzonderlijke
instellingen voor trillen voor elke SIM-kaart instellen.
•
Raak
Standaard meldingentoon
aan om een toon voor meldingen in te stellen.
•
Raak de schakelaars onder
Systeem
aan om de toon voor meldingen of het trillen in
of uit te schakelen wanneer u het scherm aanraakt of vergrendelt, een nummer
kiest, enzovoort.
De eerder genoemde geluidsopties zijn mogelijk niet op alle telefoons beschikbaar.
De scherminstellingen aanpassen
1
Raak op het startscherm
Instellingen
aan.
2
Onder
Alles
raakt u
Weergave
aan.
3
Op het scherm
Weergave
kunt u het volgende doen:
•
Raak
Achtergrond
aan om het vergrendelingsscherm en de achtergronden voor de
startschermen in te stellen.
•
Raak
Lettergrootte
aan om de grootte van het schermlettertype te wijzigen.
•
Raak
Dagdromen
aan om de schermbeveiliging in of uit te schakelen. Als deze
functie is ingeschakeld, wordt de schermbeveiliging automatisch geactiveerd terwijl
uw telefoon wordt opgeladen.
•
Raak
Indicatielampje
aan om het indicatielampje in of uit te schakelen wanneer u
meldingen ontvangt.
•
Raak
Naam provider weergeven
aan om de providernaam op de statusbalk weer te
geven of te verbergen wanneer het scherm wordt ontgrendeld.
•
Raak
Netwerksnelheid tonen
aan om de huidige netwerksnelheid weer te geven of
te verbergen.
•
Raak
Helderheid
aan om de helderheid van het scherm aan te passen.
•
Raak
Slaapstand
aan om in te stellen wanneer uw scherm moet worden
uitgeschakeld. Wanneer het scherm gedurende de opgegeven periode inactief is,
wordt het automatisch vergrendeld om batterijvermogen te besparen.