Operation Manual

Instellingen
138
2
Raak
Schermvergrendeling en wachtwoorden
>
Schermvergrendelingsstijl
>
Patroon
aan.
3
Verbind ten minste vier punten met elkaar om een schermontgrendelingspatroon te maken en
laat vervolgens uw vinger los. Teken uw schermontgrendelingspatroon opnieuw om te
bevestigen.
4
Voer een reserve-PIN-code van tenminste vier tekens in. Als u uw
schermontgrendelingspatroon vergeet, kunt u de reserve-PIN-code invoeren om het scherm te
ontgrendelen.
Het scherm ontgrendelen met een wachtwoord
1
Open
Instellingen
.
2
Raak
Schermvergrendeling en wachtwoorden
>
Schermvergrendelingsstijl
aan.
3
U kunt kiezen voor het instellen van een PIN-code of een wachtwoord:
Raak
PIN
aan, voer een PIN-code van tenminste vier tekens in en selecteer
Gereed
.
Raak
Wachtwoord
aan, voer een wachtwoord van tenminste vier tekens in en selecteer
Gereed
.
U kunt ook uw vingerafdruk gebruiken om het scherm te ontgrendelen. Raak
Vastleggen
aan
in het dialoogvenster dat wordt weergegeven om uw vingerafdruk toe te voegen.
Vingerafdrukontgrendeling inschakelen
Raadpleeg Vingerafdrukherkenning gebruiken voor meer informatie over het configureren van
vingerafdrukontgrendeling.
Het wachtwoord voor schermvergrendeling verwijderen
1
Open
Instellingen
.
2
Raak
Schermvergrendeling en wachtwoorden
>
Schermvergrendelingsstijl
aan.
3
Voer uw wachtwoord voor schermontgrendeling of uw ontgrendelingspatroon in en raak
vervolgens
Geen
aan.
Instellingen voor gebaren en navigatie
U kunt uw telefoon bedienen met enkele simpele gebaren. U kunt hem bijvoorbeeld omdraaien
om beltonen te dempen, of bij uw oor houden om oproepen te beantwoorden of een nummer te
kiezen.