Operation Manual

Schermvergrendeling en -ontgrendeling
Een wachtwoord voor het vergrendelscherm instellen om uw privacy te
beschermen
Persoonlijke foto's, contactgegevens en bankier-apps: uw apparaat bevat veel gevoelige informatie.
Stel een wachtwoord in voor het vergrendelscherm, zodat u elke keer een wachtwoord moet invullen
als u uw apparaat ontgrendelt. Een wachtwoord voor het vergrendelscherm helpt u om uw privé-
informatie te beschermen als u uw apparaat kwijtraakt of als het wordt gebruikt door een
onbevoegde gebruiker.
Een wachtwoord voor het vergrendelscherm instellen: Open Instellingen, ga naar
Beveiliging & privacy > Schermvergrendeling & wachtwoorden en stel het type wachtwoord van
uw voorkeur in voor het vergrendelscherm.
l Een pincode instellen: Een pincode bestaat uit een reeks cijfers. U kunt heel snel en gemakkelijk
een pincode invullen om uw apparaat te ontgrendelen. Gebruik voor betere beveiliging een lange
reeks willekeurige cijfers als uw pincode. Ga naar Schermvergrendelingsstijl > PIN, volg de
meldingen om een pincode in te stellen en tik vervolgens op OK.
l Een patroon instellen: Ontgrendel uw apparaat door een vooraf ingesteld patroon op het scherm
te tekenen. Gebruik voor betere beveiliging een patroon met overlappende lijnsegmenten. Ga naar
Schermvergrendelingsstijl > Patroon en teken twee keer hetzelfde patroon. Het patroon moet
minimaal 4 stippen met elkaar verbinden.
l Een wachtwoord instellen: Een wachtwoord dat uit cijfers, letters en speciale tekens bestaat, is
veiliger dan een pincode of patroon. Gebruik voor betere beveiliging een wachtwoord met 8 of
meer tekens, bestaande uit cijfers, letters en speciale tekens. Onthoud het wachtwoord om te
voorkomen dat u geen toegang meer tot uw apparaat hebt als u het vergeet. Ga naar
Schermvergrendelingsstijl > Wachtwoord, volg de meldingen om een wachtwoord in te stellen
en tik vervolgens op OK.
Startscherm
21