Operation Manual

24
Telefooninstellingen
Locatieservices inschakelen
Voordat u een kaarten- of navigatie-app gebruikt, controleert u of u locatieservices hebt
ingeschakeld.
1.
Raak op het startscherm aan.
2.
Onder
Alle
raakt u
Locatie
aan.
3.
Raak
aan om locatieservices op uw telefoon in te schakelen.
4.
Raak
Modus
aan. Daarna kunt u het volgende doen:
Raak
Hoge nauwkeurigheid
aan om uw positie te bepalen met behulp van GPS,
Wi-Fi en mobiele gegevens.
Raak
Batterijbesparing
aan om uw positie te bepalen met behulp van Wi-Fi en
mobiele gegevens.
Raak
Enkel toestel
aan om uw positie nauwkeurig te bepalen met behulp van GPS.
De instellingen voor tonen aanpassen
1.
Raak op het startscherm aan.
2.
Onder
Alle
raakt u
Geluid
aan.
3.
Op het scherm
Geluid
kunt u het volgende doen:
Raak
Volumes
aan en versleep de schuifbalken om het volume voor muziek,
beltonen, tonen van meldingen, alarmen, oproepen en andere tonen in te stellen.
Raak
Stille modus
om de Stille modus in of uit te schakelen.
Raak
Vibreren wanneer stille modus
aan om het trillen in of uit te schakelen
wanneer uw telefoon de Stille modus gebruikt.
Raak
Beltoon telefoon
aan om een beltoon te selecteren. Als uw telefoon het
gebruik van twee SIM-kaarten ondersteunt, kunt u afzonderlijke beltonen voor elke
kaart instellen.
Raak
Standaardbeltoon voor meldingen
aan om een toon voor meldingen in te
stellen.
Downloaded from www.vandenborre.be