Operation Manual

26
2.
Onder
Alle
raakt u
Schermvergr.& wachtwoorden
aan.
3.
Raak
Schermvergrendeling
>
PIN
aan.
4.
Voer ten minste vier cijfers in en voer ze nogmaals in ter bevestiging.
Een wachtwoord voor schermontgrendeling instellen
1.
Raak op het startscherm aan.
2.
Onder
Alle
raakt u
Schermvergr.& wachtwoorden
aan.
3.
Raak
Schermvergrendeling
>
Wachtwoord
aan.
4.
Voer ten minste vier tekens in, waarvan er één een letter moet zijn, en voer ze
nogmaals in ter bevestiging.
Vliegtuigmodus in- of uitschakelen
De signaalontvangst of -verzending van uw telefoon kan interferentie
veroorzaken met het systeem van een vliegtuig. Schakel uw telefoon uit
tijdens een vlucht, of schakel de vliegtuigmodus in, wanneer u hier om
gevraagd wordt. In de vliegtuigmodus worden de draadloze functies van
uw telefoon uitgeschakeld maar kunt u wel luisteren naar muziek of
games op uw telefoon spelen.
Gebruik een van de volgende methoden voor het in- of uitschakelen van
Vliegmodus
:
Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen. Onder
Snelkoppelingen
raakt u
Vliegmodus
aan.
Houd de Aan/Uit-knop ingedrukt en raak
Vliegmodus
aan.
Raak op het startscherm aan en raak vervolgens het tabblad
Alle
aan. Onder
Draadloos en netwerken
raakt u
Meer
aan en vervolgens raakt u
Vliegmodus
aan
om de vliegtuigmodus in of uit te schakelen.
Wanneer de vliegtuigmodus is ingeschakeld, wordt weergegeven op de statusbalk.
De PIN-code van uw SIM-kaart instellen
Er wordt een persoonlijk identificatienummer (PIN) met uw SIM-kaart meegeleverd om
de gegevens op uw telefoon beter te beschermen. Als u de SIM-kaartvergrendeling
instelt, moet u telkens wanneer u uw telefoon inschakelt de PIN-code invoeren. Voordat
Downloaded from www.vandenborre.be