Operation Manual

28
Verbinding maken met een draadloos netwerk
1.
Tik op het startscherm op .
2.
Tik onder
Alle
op de Wi-Fi-schakelaar om Wi-Fi in te schakelen.
3.
Tik onder
Alle
op
Wi-Fi
. Uw telefoon zoekt vervolgens naar beschikbare Wi-Fi-netwerken en
geeft deze weer.
4.
Tik op het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding wilt maken.
Als u een onbeveiligd netwerk selecteert, wordt u automatisch met het netwerk
verbonden.
Als u voor het eerst een netwerk selecteert dat beveiligd is met Wired Equivalent Privacy
(WEP), moet u het wachtwoord invoeren wanneer hierom gevraagd wordt en tikt u
vervolgens op
Verbinden
. Wanneer u de volgende keer verbinding met datzelfde
beveiligde draadloze netwerk maakt, hoeft u geen wachtwoord meer in te voeren, tenzij u
uw mobiele telefoon hebt teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Tik op het scherm
Wi-Fi
op om een nieuw Wi-Fi-netwerk toe te voegen.
De dataverbinding van uw telefoon delen
U kunt de dataverbinding van uw mobiele telefoon met een computer delen via een USB-kabel:
USB-tethering. U kunt de dataverbinding van uw mobiele telefoon tegelijkertijd met een aantal
toestellen delen door van uw telefoon een draagbare Wi-Fi-hotspot te maken.
De dataverbinding van uw telefoon delen via USB
Als u USB-tethering met verschillende besturingssystemen wilt gebruiken, moet u uw computer
mogelijk voorbereiden voor het maken van een netwerkverbinding via USB.
U kunt niet tegelijkertijd de dataverbinding van uw mobiele telefoon delen en via USB
toegang krijgen tot de microSD-kaart.
1.
Tik op het startscherm op .
2.
Tik op
Meer…
>
Tethering en draagbare hotspot
.
3.
Vink het selectievakje
USB-tethering
aan om uw dataverbinding te delen.
Zorg ervoor dat de telefoon via USB met de computer verbonden is.