Operation Manual

20 - Nederlands
3. INSTALLATIE
Indien het werkgebied aan een pad of iets dergelijks
grenst dat op hetzelfde nive
au ligt als het gazon, is
het mogelijk om Automower een stukje op het pad te
laten rijden. U moet de begrenzingskabel dan 10 cm
va
n de rand van het pad leggen.
Als het werkgebied in tweeën wordt gedeeld door een
vlak tegelpad, dat gelijk met het gazon ligt,
is het
mogelijk om Automower over het pad te laten rijden.
De begrenzingskabel kan prima onder de tegels
worden gelegd. Het is ook mogelijk de
begrenzingskabel in de voegen tussen de tegels te
leggen.
N.B.! Automower mag niet over een grindpad rijden
of soortgelijk materiaal dat de messen kan
beschadigen.
Wanneer het werkgebied bijvoorbeeld aan een
water
partij grenst, moet u de begrenzingskabel
aanvullen met een rand of iets dergelijks. De hoogte
moet dan ten minste 15 cm zijn. Dit voorkomt dat
Autom
ower onder bepaalde omstandigheden buiten
het werkgebied terecht kan komen.
Afbakeningen in het werkgebied
Gebruik de begrenzingskabel om de gebieden in het
werkgebied af te bakenen door eilanden te creëren
r
ond niet stootvaste hindernissen, bijvoorbeeld
borders, struiken en fonteinen. Leg de kabel naar het
gebied, trek hem rond het gebied dat moet worden
afgebakend en vervolgens weer terug in het zelfde
spoor. Indien u krammen gebruikt, moet u de kabel
op de terugweg onder dezelfde kram leggen.
Wanneer de begrenzingskabel naar en van het eiland
dicht bij elkaar ligt, kan de maaier over de kabel
rijden.
Obstakels die tegen een stootje kunnen, bijv. bomen
en
struiken hoger dan 15 cm, hoeven niet afgegrensd
te
worden met de begrenzingskabel. Automower draait
wanneer hij tegen een dergelijk obstakel stoot.
Voor het meest behoedzame en stille
gebruik is het
echter te prefereren alle vaste voorwerpen in en rond
het werkgebied af te grenzen.
3012-762
10
cm
3012-763
3012-764