Operation Manual

Nederlands - 21
3. INSTALLATIE
Obstakels die licht hellen, bijvoorbeeld stenen of
grote bomen met verhoogde wortels, moeten worden
afge
bakend of verwijderd. Automower kan anders op
zulke obstakels glijden, met als gevolg dat de
messen beschadigd raken.
Als het maairesultaat in de tuin ongelijkmatig w
ordt
door de vorm van de tuin, bijvoorbeeld vanwege een
lange pass
age, is het mogelijk de tuin op te delen in
zones. Dit doet u met behulp van de begrenzingslus,
zie de afbeelding rechts. Wanneer de maaier in zone
1 wordt gezet, zal hij niet in zone 2 maaien en
andersom. Verplaats de maaier tussen de zones om
een gelijkmatig maairesultaat te krijgen. Zie ook 6.
Tuinvoorbeelden – voorstellen voor installatie en
instellingen bladzijde 35.
Bijgebieden
Indien het werkgebied uit twee stukken bestaat die
met een passage zijn verbonden, waarbij de afstand
tusse
n de begrenzingslussen kleiner dan 60 cm
wordt, raden we aan een bijgebied te creëren. Leg de
begrenzingskabel dan rond het bijgebied zodat dit
een eiland vormt buiten het hoofdgebied.
Automower moet handmatig worden verplaatst
tusse
n hoofd- en bijgebied.
In plaats van met de begrenzingslus een eiland te
creë
ren, kan ook heel goed een extra
lusgenerator/lader worden gebruikt met een extra
begrenzingslus. U kunt een lusgenerator/lader kopen
als accessoire. Neem contact op met uw dealer voor
meer informatie.
Hellingen
De begrenzingskabel kan dwars over een helling
worden gelegd die minder dan 10 % helt.
3012-765
3012-787
30 cm
Zone 1
Zone 2
3012-766
Bijgebied
Hoofbijgebied
3012-767