Operation Manual

22 - Nederlands
3. INSTALLATIE
De begrenzingskabel moet niet dwars over een
helling worden gelegd die steiler is dan 10 %. Het
ris
ico bestaat dat Automower daar problemen krijgt
met omdraaien en stil blijft staan. Het risico is het
grootst bij vochtig weer omdat de wielen dan in het
natte gras kunnen slippen.
Als er daarentegen een hindernis is, waar Automower
teg
enaan mag botsen, bijvoorbeeld een hek of een
dichte haag, kan de begrenzingskabel dwars over
een helling worden gelegd die steiler is dan 10 %.
In het werkgebied kan Automower
velden maaien met een
hellings
graad tot 35 cm per
strekken
de meter (35 %). Velden die
me
er hellen, moeten worden
afgebakend met de
begrenzingskabel.
Indien een deel van het werkgebied
me
er dan 10 cm per strekkende
me
ter (10 %) neigt, moet de
b
egrenzingskabel circa 35 cm voor
de
grond begint te hellen op de
vlakke grond worden gelegd.
Plaatsen van begrenzingskabel
Leg de begrenzingskabel rond het werkgebied, maar
wacht met het aansluiten van de kabel op de
lu
sgenerator/lader.
3012-768
3012-769
3012-221