Operation Manual

8 - Nederlands
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID
1.4 Veiligheidsinstructies
Gebruik
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en
begrijp de inhoud voordat u Automower gaat
ge
bruiken.
Het is niet toegestaan de originele uitvoering van
Automower
te wijzigen. Alle wijzigingen vinden
plaats op eigen verantwoordelijkheid.
Controleer of op het gras dat moet worden
gemaaid geen stenen, takken, gereedschap,
spe
elgoed en andere voorwerpen liggen, die de
messen kunnen beschadigen en kunnen leiden
tot vastlopen.
Start Automower volgens de instructies.
Wanneer de hoofdschakelaar in stand ON staat,
m
oet u ervoor zorgen uw handen en voeten uit
de buurt van de draaiende messen te houden.
Steek uw handen of voeten nooit onder de
maaier.
Wanneer Automower is gestart mag u de machine
niet optillen of
dragen.
Sta niet toe dat iemand die de functie en het
g
edrag van Automower niet kent de maaier
gebruikt.
Gebruik Automower nooit wanneer personen, en
d
an vooral kinderen, of huisdieren in de buurt zijn.
Zet geen voorwerpen bovenop Automower.
Laat Automower niet werken met een kapotte
m
aaischijf of carrosserie. De machine mag ook
niet werken met kapotte messen, bouten, moeren
of kabels.
Gebruik Automower niet als de hoofdschakelaar
nie
t functioneert.
Zet Automower altijd met de hoofdschakelaar uit
wa
nneer u de maaier niet gebruikt. Automower
kan alleen starten als de hoofdschakelaar in stand
ON staat en de juiste PIN-code is aangegeven.
1001-003
3012-750
3012-663