Operation Manual

10 –
Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Algemene veiligheidsinstructies
Starten
Start de machine nooit voor het complete koppelingdeksel
met steel gemonteerd zijn, anders kan de koppeling
losraken en persoonlijke verwondingen veroorzaken.
Start de machine nooit binnenshuis. Vergeet niet dat het
gevaarlijk is om de uitlaatgassen van de motor in te
ademen.
Controleer de omgeving en vergewis u ervan dat er geen
risico bestaat dat mensen of dieren in contact komen met
de snijuitrusting.
Plaats de machine op de grond, let erop dat de
snijuitrusting geen takken of stenen kan raken. Druk het
machinelichaam met uw linkerhand tegen de grond (LET
OP! Niet met uw voet). Pak vervolgens de starthendel met
uw rechterhand beet en trek aan het koord.
Brandstofveiligheid
Gebruik een benzinetank met overvulbescherming.
Tank nooit wanneer de motor van de machine loopt. Stop
de motor en laat hem voor het tanken enkele minuten
afkoelen.
Zorg steeds voor een goede ventilatie bij het vullen en
hanteren van brandstof.
Verplaats de machine ten minste 3 m van de tankplaats
voor u de motor start.
Start de machine nooit:
1 Als u er brandstof op gemorst heeft. Neem alle
gemorste brandstof af en laat de benzineresten
verdampen.
2 Als u brandstof op uzelf of op uw kleding gemorst
heeft, trek schone kleding aan. Was de lichaamsdelen
die in contact zijn geweest met brandstof. Gebruik
water en zeep.
3 Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop
en de brandstofleidingen regelmatig op lekkage.
BELANGRIJK!
De machine is uitsluitend bedoeld voor het trimmen van
gras, het maaien van gras en/of het vellen van kleine
bomen.
De enige accessoires waarvoor u de motoreenheid als
aandrijfeenheid mag gebruiken zijn de snijuitrustingen die
aanbevolen worden in het hoofdstuk Technische gegevens.
Gebruik de machine nooit als u moe bent, alcohol heeft
gedronken of medicijnen heeft ingenomen die uw
gezichtsvermogen, beoordelingsvermogen of
coördinatievermogen negatief beïnvloeden.
Gebruik de machine nooit bij extreme
klimaatomstandigheden zoals strenge kou of een zeer
warm en/of vochtig klimaat.
Draag altijd persoonlijke veiligheidsuitrusting. Zie
instructies in het hoofdstuk Persoonlijke
veiligheidsuitrusting.
Gebruik nooit een machine die zo gewijzigd is dat ze niet
langer overeenkomt met de originele uitvoering.
Gebruik nooit een machine die defect is. Volg de
onderhouds-, controle- en service-instructies van deze
gebruiksaanwijzing. Bepaalde onderhouds- en
servicemaatregelen moeten uitgevoerd worden door
opgeleide en gekwalificeerde specialisten. Zie instructies in
het hoofdstuk Onderhoud.
Alle kappen en beschermkappen moeten gemonteerd zijn
voor de start. Zorg ervoor dat het ontstekingspatroon en de
ontstekingskabel niet beschadigd zijn. Anders loopt u het
risico van elektrische schokken.
Gebruikers van de machine moeten erop toezien dat er
geen mensen of dieren tijdens het werk dichter dan 15
meter bij de machine komen. Indien meerdere gebruikers
op dezelfde werkplek werken, moet de veiligheidsafstand in
ieder geval de dubbele boomlengte bedragen, maar altijd
minimaal 15 meter.
!
WAARSCHUWING! Het gebruik van defecte
snijuitrusting of een verkeerd gevijld blad
kan het risico op ongevallen vergroten.
!
WAARSCHUWING! Wanneer de motor wordt
gestart met de chokehendel in de choke- of
startgasstand begint de snijuitrusting direct
te draaien.