Operation Manual

22 – Dutch
ARBEIDSTECHNIEK
5 Wees extra voorzichtig wanneer u in bomen zaagt die
gespannen zijn. Een gespannen boom kan zowel voor als
na het doorzagen in zijn normale stand terug vliegen. Als
u op de verkeerde plaats staat of de inkeping op de
verkeerde plaats maakt, kan dit ertoe leiden dat de boom
u of de machine raakt zodat u de controle verliest. In beide
gevallen kunt u ernstig gewond raken.
6 Wanneer u zich verplaatst moet de ketting vergrendeld
worden met de kettingrem en moet de motor
uitgeschakeld worden. Draag de motorkettingzaag met
het zaagblad en de ketting naar achter gericht. Als het om
een langere verplaatsing gaat, moet u de
zaagbladbescherming gebruiken.
7 Wanneer u de motorzaag op de grond plaatst, moet u de
ketting met de kettingrem blokkeren en ervoor zorgen dat
u de machine in de gaten kunt houden. Als de motorzaag
een langere tijd "geparkeerd” wordt, moet u de motor
uitzetten.
Basisregels
1 Door te begrijpen wat terugslag is en hoe het veroorzaakt
wordt, kunt u het verrassingseffect reduceren of
elimineren. Het verrassingseffect verhoogt het
ongevalsrisico. De meeste terugslagen zijn klein, maar
sommige kunnen bliksemsnel en erg krachtig zijn.
2 Hou de motorzaag altijd stevig vast met uw rechterhand
op het achterste handvat en uw linker handvat op het
voorste handvat. Plaats uw duimen en vingers rond de
handvatten. Iedereen, of men nu rechts- of linkshandig is,
moet de motorzaag op deze manier vastgrijpen. Want dit
is de beste greep om het terugslageffect te reduceren en
de controle over de motorzaag te behouden.
Laat de
handvatten niet los!
3 De meeste terugslagongevallen gebeuren bij het snoeien.
Zorg ervoor dat u stevig staat en dat er niets op de grond
ligt waarover u kunt struikelen of uw evenwicht kunt
verliezen.
Door onoplettendheid kan de terugslagrisico-sector van
de motorzaag onopzettelijk een tak, een boom in de buurt
of een ander voorwerp raken, en terugslag veroorzaken.
Zorg dat u controle over het werkstuk hebt.
Als de stukken, die u zaagt, klein en licht zijn kunnen ze in
de ketting vastraken en naar u geworpen worden. Al hoeft
dit op zich niet gevaarlijk te zijn, u kunt erdoor verrast
worden en de controle over de zaag verliezen. Zaag nooit
opgestapelde stammen of takken zonder ze eerst uit
elkaar te trekken. Zaag slechts een stam of een stuk per
keer. Verwijder de afgezaagde stukken om uw werkterrein
veilig te houden.
4 Gebruik de motorzaag nooit hoger dan
schouderhoogte en zaag niet met de tip van het
zaagblad. Zaag nooit wanneer u de motorzaag slechts
met één hand vasthoudt!
5 Om volledige controle te hebben over uw
motorkettingzaag is het noodzakelijk dat u stabiel staat.
Werk nooit terwijl u op een trap staat, hoog in een boom
of op plaatsen waar u geen stabiele ondergrond hebt om
op te staan.
6 Zaag met een hoge kettingsnelheid, d.w.z. met volgas.