Operation Manual

Dutch – 35
ONDERHOUD
Koelsysteem
Om de werktemperatuur zo laag mogelijk te houden, is de
machine uitgerust met een koelsysteem.
Het koelsysteem bestaat uit:
1 Luchtinlaat in de starter.
2 Luchtgeleidingsrail.
3 Ventilatorschoepen op het vliegwiel.
4 Koelflenzen op de cilinder.
5 Cilinderkap (leidt de koellucht naar de cilinder).
Maak het koelsysteem één keer per week schoon met een
borstel; dit moet vaker gebeuren wanneer u in moeilijke
omstandigheden werkt. Een vuil of verstopt koelsysteem leidt
tot oververhitting van de machine waardoor de cilinder en
zuiger beschadigd kunnen worden.
Centrifugaal reinigen ”Air Injection”
Centrifugaal reinigen houdt het volgende in: Alle lucht naar de
carburateur gaat door de starter. Vuil en stof worden
weggeblazen door de koelventilator.
BELANGRIJK! Om de werking van de centrifugaalreiniging
niet in gevaar te brengen, moet hij goed onderhouden
worden. Maak de luchtinlaat van de starter, de
ventilatorschoepen van het vliegwiel, de ruimte rond het
vliegwiel, de inlaatpijp en de carburateurruimte schoon.
Gebruik in de winter
Wanneer de machine wordt gebruikt bij kou of sneeuw
kunnen storingen in de werking optreden die worden
veroorzaakt door:
Een te lage motortemperatuur.
Ijsvorming op luchtfilter en bevriezing in de carburateur.
Men dient daarom speciale maatregelen te treffen, zoals:
De luchtinlaat van de starter verminderen en zo de
werktemperatuur van de motor verhogen.
Temperaturen van 0°°
°°
C of lager:
Voor werken met de machine bij lage temperaturen of in
poedersneeuw, is er een speciaal deksel verkrijgbaar dat op
het huis van het startapparaat wordt gemonteerd. Hierdoor
wordt de koude luchtstroom gereduceerd en voorkomt men
dat er grote hoeveelheden sneeuw naar binnen worden
gezogen.
N.B.! Indien een speciale winterset is gemonteerd of er
maatregelen getroffen zijn om de motortemperatuur te
verhogen, moet de afstelling weer worden aangepast als de
machine onder normale omstandigheden wordt gebruikt.
Anders is er risico op oververhitting, waardoor de motor
ernstig beschadigd kan worden.
Elektrisch verwarmde handvatten
(385XPG, 390XPG)
Op modellen met de aanduiding XPG/G is zowel de voor- als
de achterhandgreep voorzien van elektrische
verwarmingskabels. Deze krijgen stroom van een in de
motorzaag geïntegreerde generator.
Elektrische carburateurverwarming
(385XPG)
Op modellen met de aanduiding XPG/G zit een elektrisch
verwarmde carburateur. De elektrische opwarming voorkomt
ijsvorming in de carburateur. Een thermostaat regelt de
opwarming, zodat de carburateur altijd de juiste
werktemperatuur heeft.
1
2
5
4
3
BELANGRIJK! Al het overige onderhoud dat niet in dit
handboek wordt genoemd moet uitgevoerd worden door
een erkende werkplaats (dealer).