Operation Manual

8
Dutch
ALGEMENE
VEILIGHEIDSINSTR
UCTIES
De kettingrem (A) wordt of handmatig geactiveerd (via uw
linkerhand) of met het traagheidsmechanisme.
Het activeren vindt plaats wanneer de
terugslagbeveiliging (B) naar voren wordt geduwd.
Deze beweging activeert een met een veer gespannen
mechanisme dat de remvoering (C) rond het
kettingaandrijvingssysteem van de motor (D)
(koppelingtrommel) spant.
De terugslagbeveiliging werd niet alleen geconstrueerd
om de kettingrem te activeren. Een andere belangrijke
functie is dat ze het risico vermindert dat de linkerhand de
ketting raakt wanneer men de greep op het voorste
handvat verliest.
De kettingrem moet geactiveerd zijn wanneer u de
motorzaag start, om te voorkomen dat de ketting draait.
Gebruik de kettingrem als 'parkeerrem' bij starten en bij
kortere verplaatsingen, om ongelukken te voorkomen
waarbij gebruikers of omgeving onvrijwillig in contact
komen met een bewegende zaagketting.
De ketting wordt ontkoppeld door de terugslagbeveiliging
naar achter te duwen, naar het voorste handvat.
Een terugslag kan bliksemsnel gebeuren en erg krachtig
zijn. Meestal is de terugslag erg licht en wordt de
kettingrem niet altijd geactiveerd. In die gevallen is het
belangrijk dat men de motorkettingzaag stevig vasthoudt
en niet laat vallen.
Hoe de kettingrem geactiveerd wordt, manueel of via het
traagheidsmechanisme, wordt bepaald door de sterkte
van de terugslag en door de positie van de
motorkettingzaag in verhouding tot het voorwerp
waarmee de terugslagrisico-sector in contact komt.
Bij hevige terugslag en wanneer de terugslagrisico-sector
van de motorkettingzaag zich zo ver mogelijk van de
gebruiker bevindt, is de kettingrem zo geconstrueerd, dat
hij wordt geactiveerd via het tegenwicht van de kettingrem
(traagheid) in de terugslagrichting.
Bij minder hevige terugslag en wanneer de
terugslagrisico-sector van de motorkettingzaag zich
dichter bij de gebruiker bevindt, wordt de kettingrem
manueel geactiveerd met de linkerhand.