Operation Manual

10 - Dutch
1. IntroductIe en veIlIgheId
• Gebruik de robotmaaier niet als de maaischijf of de
kap beschadigd is. De maaier mag ook niet
worden gebruikt als de messen, schroeven,
moeren of draden defect zijn.
• Gebruik de robotmaaier niet als de
hoofdschakelaar niet werkt.
• Schakel de robotmaaier altijd uit met de
hoofdschakelaar wanneer de maaier niet wordt
gebruikt. De robotmaaier kan alleen worden
gestart als de hoofdschakelaar is ingesteld
op1 en de juiste pincode is ingevoerd.
• Gebruik de robotmaaier nooit terwijl er een
gazonsproeier aanstaat. Gebruik in dat geval
de timerfunctie (zie 6.3Timer op pagina 46)
zodat de robotmaaier en sproeier nooit
tegelijkertijd werken.
• Het ingebouwde alarm maakt een zeer hard
geluid. Let op, in het bijzonder wanneer de
robotmaaier in een gesloten ruimte wordt
gehanteerd.
• We kunnen niet garanderen dat de
robotmaaier volledig compatibel is met
andere typen draadloze systemen, zoals
afstandsbedieningen, radiozenders,
ringleidingen, verzonken elektrische
afrasteringen voor dieren en dergelijke.
• Metalen voorwerpen in de bodem (zoals
wapeningsnetten of antimollennetten)
kunnen de robotmaaier tot stilstand brengen.
De metalen voorwerpen kunnen storing van
het lussignaal veroorzaken en de
robotmaaier tot stilstand brengen.
1157868-36,105,NL.indd 10 2016-03-15 10.04