Operation Manual

Dutch - 17
2. PresentatIe
Alle instellingen van de maaier kunnen via het
bedieningspaneel boven op de robotmaaier worden
aangepast. Open de klep van het bedieningspaneel
door op de STOP-knop te drukken.
Wanneer de hoofdschakelaar voor het eerst op
stand 1 wordt gezet, wordt er een opstartprocedure
geactiveerd, waarbij de taal, de datum- en tijdnotatie
en de viercijferige PIN-code kunnen worden
geselecteerd en de datum en tijd kunnen worden
ingesteld. Zie 3.8Ingebruiknameenkalibratie op
pagina 35.
Hierna moet de pincode telkens worden ingevoerd
als de hoofdschakelaar op 1 wordt gezet. Zie
6.5Veiligheid op pagina 52 voor meer informatie
over diefstalbeveiliging.
Bewegingspatroon
Het bewegingspatroon van de robotmaaier is
willekeurig en wordt door de robotmaaier zelf
bepaald en hangt af van het gazon. De maaier maait
niet altijd in rechte lijnen en een bewegingspatroon
wordt nooit herhaald. Het maaisysteem zorgt dat het
gazon zeer gelijkmatig en zonder rechte maailijnen
van de robotmaaier wordt gemaaid.
Beste locatie voor het laadstation
De robotmaaier beweegt volgens een onregelmatig
patroon tot hij de begeleidingsdraad bereikt.
Vervolgens volgt de robotmaaier de
begeleidingsdraad naar het laadstation.
De begeleidingsdraad is een kabel die vanaf het
laadstation bijvoorbeeld richting een afgelegen deel
van het werkgebied of door een smalle doorgang
wordt gelegd, om vervolgens te worden aangesloten
op de begeleidingsdraad. Voor meer informatie, zie
3.6Installatievandebegeleidingsdraad.
3012-983
3012-967
3012-969
1157868-36,105,NL.indd 17 2016-03-15 10.04