Operation Manual

48 - Dutch
6. MenufunctIes
6.4 Installatie
De volgende bedieningsinstellingen zijn toegankelijk
via deze selectie in het hoofdmenu.
• Begeleidingsbreedte
de afstand vanaf de begeleidingsdraad selecteren
die de maaier mag afwijken als de maaier de draad
van en naar het laadstation volgt.
• Op afstand starten 1
om de robotmaaier te besturen zodat hij
gemakkelijker verre uithoeken van de tuin kan
bereiken.
• Op afstand starten 2
om de robotmaaier te besturen zodat hij
gemakkelijker verre uithoeken van de tuin kan
bereiken.
• Test instellingen
om de bovenstaande instellingen te controleren.
• Rijd over draad
bepaalt hoe ver de maaier over de
begrenzingsdraad heen moet rijden.
Zie 2.Tuinvoorbeelden voor voorbeelden van
tuininstellingen.
Begeleidingsbreedte
De begeleidingsbreedte bepaalt hoe ver de maaier zich
van de begeleidingsdraad af mag bewegen bij het
volgen van die draad van en naar het laadstation. Het
gebied naast de draad dat de maaier dan gebruikt,
wordt de corridor genoemd.
De standaardinstelling van de robotmaaier is voor een
middelbrede corridor. Om het risico van spoorvorming
verder te beperken, wordt aangeraden om een brede
corridor te kiezen in werkgebieden waar dit mogelijk is.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruik altijd een zo groot mogelijke
geleidingsbreedte. De instelling Smalste mag
alleen worden gebruikt als geen van de
andere instellingen in het betreffende
werkgebied kan worden gebruikt.
Begeleidingsbreedte
Opafstandstarten1
Opafstandstarten2
Testinstellingen
Rijdoverdraad
Timer
Installatie
Veiligheid
Instellingen
Begeleidingsbreedte
Opafstandstarten1
Opafstandstarten2
Testinstellingen
Rijdoverdraad
Smalste
Midden
Breedste
1157868-36,105,NL.indd 48 2016-03-15 10.05