Operation Manual

Dutch - 9
1. IntroductIe en veIlIgheId
1.4 Veiligheidsinstructies
Gebruik
• De robotmaaier is bedoeld voor het maaien van
gras op open en vlakke grondoppervlakken. Hij
mag uitsluitend worden gebruikt in combinatie
met door de fabrikant aanbevolen apparatuur.
Elk ander gebruik is onjuist. De instructies van
de fabrikant over bediening, onderhoud en
reparaties moeten nauwkeurig worden gevolgd.
• Gebruik de functie HOME of schakel de
hoofdschakelaar op de robotmaaier uit wanneer
personen, vooral kinderen, of huisdieren zich in de
maaizone bevinden. Als er zich personen of
huisdieren in het maaigebied bevinden, wordt
aanbevolen het gebruik van de robotmaaier te
plannen wanneer er zich geen personen in het
gebied bevinden, bijvoorbeeld 's avonds.
Zie 6.3 Timer.
• De robotmaaier mag uitsluitend worden bediend,
onderhouden en gerepareerd door personen die
volledig vertrouwd zijn met de speciale kenmerken
van en veiligheidsvoorschriften voor het product.
Lees de gebruikershandleiding aandachtig door
en zorg ervoor dat u de instructies voor het gebruik
van de robotmaaier goed hebt begrepen voordat u
het apparaat gebruikt.
• Het is niet toegestaan het originele ontwerp van
de robotmaaier aan te passen. Alle wijzigingen
zijn op eigen risico.
• Controleer of er geen stenen, takken,
gereedschap, speelgoed of andere voorwerpen
op het gazon liggen die de messen kunnen
beschadigen en ervoor kunnen zorgen dat de
maaier stilvalt.
• Start de robotmaaier volgens de instructies. Als
de hoofdschakelaar in stand 1 staat, moet u uw
handen en voeten uit de buurt van de draaiende
messen houden. Steek nooit uw handen en voeten
onder de robotmaaier.
• Til de robotmaaier nooit omhoog en draag hem nooit
als de hoofdschakelaar is ingesteld op stand 1.
• Laat personen die niet weten hoe de robotmaaier
werkt en zich gedraagt de robotmaaier niet
gebruiken.
• De robotmaaier mag nooit in aanraking komen met
personen of andere levende wezens. Als een
persoon of ander levend wezen in de baan van de
robotmaaier komt, moet deze onmiddellijk worden
gestopt. Zie 4.5 Stoppen.
• Zet niets boven op de robotmaaier of het
laadstation.
1001-003
3012-961
3012-663
1157868-36,105,NL.indd 9 2016-03-15 10.04