Operation Manual

28 - Nederlands
3. INSTALLATIE
Hellingen
De begrenzingskabel kan dwars over een helling
worden gelegd die minder dan 10 % helt.
De begrenzingskabel moet niet dwars over een
helling worden gelegd die steiler is dan 10 %. Het
risico bestaat dat Automower daar problemen krijgt
met omdraaien. Dan stopt de maaier en geeft de
foutmelding Buiten het werkgebied. Het risico is het
grootst bij vochtig weer omdat de wielen dan in het
natte gras kunnen slippen.
Als er daarentegen een hindernis is, waar Automower
tegenaan mag botsen, bijvoorbeeld een hek of een
dichte haag, kan de begrenzingskabel dwars over
een helling worden gelegd die steiler is dan 10 %.
In het werkgebied kan Automower
velden maaien met een
hellingsgraad tot 35 cm per
strekkende meter (35 %). Velden die
meer hellen, moeten worden
afgebakend met de
begrenzingskabel.
Indien een deel van het werkgebied
meer dan 10 cm per strekkende
meter (10 %) neigt, moet de
begrenzingskabel circa 35 cm voor
de grond begint te hellen op de
vlakke grond worden gelegd.
3012-668
3012-673
3012-674