Operation Manual

Nederlands - 35
3. INSTALLATIE
De begrenzingskabel ligt langs een steile helling
(steiler dan 25 %).
Wanneer Automower de begrenzingskabel volgt,
die langs een steile helling ligt, zal de maaier van
richting veranderen en van de begrenzingskabel
wegrijden.
Veel of grote eilanden.
Indien Automower de begrenzingslus mag
volgen, kan hij ongeveer twee keer rond een
eiland rijden voordat hij het eiland verlaat om
opnieuw naar de begrenzingslus te zoeken.
De afstand naar een afgelegen gebied is lang of
gecompliceerd.
Als Automower de begrenzingslus moet volgen
naar of van een afgelegen gebied en de afstand
langs de begrenzingslus naar het gebied is lang
of gecompliceerd.
De begrenzingskabel ligt dwars over een lange
helling (steiler dan 10 %).
Wanneer Automower de begrenzingslus dwars
over een helling volgt (steiler dan 10 %) moet de
maaier de helling compenseren. De maaier volgt
de begrenzingslus dan langzamer. Het risico dat
de maaier buiten het werkgebied rijdt vanwege
slippen, neemt toe.
Het laadstation is op een eiland geplaatst.
Als er meer dan 4 meter ligt tussen het
laadstation en de buitenrand van de
begrenzingslus kan het lange tijd duren voordat
Automower het laadstation vindt wanneer hij de
begrenzingslus volgt. Het risico bestaat dat de
maaier de buitenrand van het werkgebied
2 - 3 rondjes volgt, voor hij van richting
veranderen en de lus op een andere plaats gaat
volgen.
3012-736
3012-737
3012-738