Operation Manual

20 - Nederlands
3. INSTALLATIE
3.2 Installatie van laadstation
Beste plaats voor laadstation
Voor voorbeelden van een goede plaats van het
laadstation, zie 7. Tuinvoorbeelden op bladzijde 67.
Indien u een begeleidingskabel moet installeren, lees
dan 3.8 Installatie van begeleidingskabel, zie
bladzijde 34, voor u de plaats van het laadstation kiest.
Het laadstation moet worden geplaatst met veel vrije
ruimte aan de voorzijde (ten minste 3 meter). Het
moet ook centraal in het werkgebied worden
geplaatst, zodat Automower het laadstation
makkelijker zal kunnen vinden en snel alle gebieden
in het werkterrein kan bereiken.
Het is een voordeel als het laadstation in de schaduw
kan worden geplaatst. De accu wordt ontzien als
deze wordt opgeladen in een zo laag mogelijke
omgevingstemperatuur.
Het laadstation moet op relatief horizontale grond
worden geplaatst. Het verschil in de hoogte tussen
voor- en achterkant van het laadstation mag ten
hoogste 5 cm zijn.
Het laadstation mag niet zo worden geplaatst dat de
plaat doorbuigt.
Denk aan de nabijheid van een stopcontact wanneer
u de plaats kiest. Het laadstation moet via een
laagspanningskabel en transformator worden
aangesloten op een 230 V stopcontact.
De meegeleverde laagspanningskabel is 20 meter
lang.
Tip! Het is mogelijk dat u de laagspanningskabel het
werkgebied laat kruisen. Die dient dan vastgekramd
of ingegraven te worden. In sommige gevallen is er
een betere plaats voor het laadstation dan vlakbij een
huismuur of bij het dichtstbijzijnde stopcontact.
3012-510
3012-554
3012-532
3012-220
3012-223