Operation Manual

Nederlands - 13
2. PRESENTATIE
Werkwijze
Automower
®
maait het gras automatisch. Hij wisselt
het maaien voortdurend af met opladen.
Het laadstation zendt een signaal uit, dat
Automower
®
kan registreren op 6 tot 7 meter afstand.
De maaier begint zelf naar het laadstation te zoeken
wanneer de lading van de accu te laag wordt.
Automower
®
maait niet wanneer hij het laadstation
zoekt.
De maaier begint zelf naar het laadstation te zoeken
wanneer de lading van de accu te laag wordt.
Wanneer Automower
®
naar het laadstation zoekt, kan
hij rijden volgens een of meerdere van drie
verschillende zoekmethoden: Onregelmatig, Volg
begrenzingslus en Volg begeleidingskabel. Voor
meer informatie over de zoekmethoden, zie
2.3
Zoekmethode
op bladzijde 15 en
Volg draad in (3-2-2)
op bladzijde 53.
Wanneer de accu helemaal is opgeladen, rijdt de
maaier een stukje achteruit om vervolgens te draaien
en het laadstation te verlaten in een willekeurig
gekozen richting binnen de uitrijsector 90° - 270°.
Om te zorgen dat Automower
®
makkelijk alle delen
van de tuin kan bereiken, kunt u handmatig instellen
hoe de maaier het laadstation moet verlaten, zie
6.5
Tuin (3)
op bladzijde 51.
Automower
®
260 ACX is uitgerust met ultrasone sen-
soren om zowel vaste als bewegende obstakels waar
de maaier mee te maken krijgt, op effectieve wijze te
kunnen detecteren. In geval van een obstakel vermin-
dert de maaier snelheid om onvoorziene harde bot-
singen te vermijden.Wanneer de carrosserie van
Automower
®
op een obstakel stoot, gaat de maaier
achteruit om een nieuwe rijrichting te kiezen.
Twee andere sensoren, één op de voorkant en één
op de achterkant van de Automower
®
, detecteren
wanneer de maaier de begrenzingskabel nadert..
Automower
®
passeert de kabel maximaal zo’n
27 centimeter voordat hij omkeert. De
passeerafstand is instelbaar, zie
Rijdt over draad
(3-4-2)
op bladzijde 57.
De
STOP
-knop op de bovenkant van Automower
®
wordt voornamelijk gebruikt om de rijdende maaier te
stoppen. Wanneer u de
STOP
-knop indrukt, wordt
een klep geopend, waaronder een controlepaneel zit.
De
STOP
-knop blijft ingedrukt tot de klep weer wordt
dichtgedaan. Dit werkt als startvergrendeling.