Operation Manual

Nederlands - 33
3. INSTALLATIE
De afstand naar een afgelegen gebied is lang of
gecompliceerd.
Als Automower
®
de begrenzingslus moet volgen
naar of van een afgelegen gebied en de afstand
langs de begrenzingslus naar het gebied is lang
of gecompliceerd.
De begrenzingskabel ligt dwars over een lange
helling (steiler dan 10 %).
Wanneer Automower
®
de begrenzingslus dwars
over een helling volgt (steiler dan 10 %) moet de
maaier de helling compenseren. De maaier volgt
de begrenzingslus dan langzamer. Het risico dat
de maaier buiten het werkgebied rijdt vanwege
slippen, neemt toe.
Het laadstation is op een eiland geplaatst.
Als er meer dan 4 meter ligt tussen het
laadstation en de buitenrand van de
begrenzingslus kan het lange tijd duren voordat
Automower
®
het laadstation vindt wanneer hij de
begrenzingslus volgt. Het risico bestaat dat de
maaier de buitenrand van het werkgebied
2 - 3 rondjes volgt, voor hij van richting
veranderen en de lus op een andere plaats gaat
volgen.
Plaaten en aansluiten van
begeleidingskabel
In onderstaande tekst worden de begeleidingskabels
guide 1 en guide 2 genoemd, dat staat ook op de
achterkant van het laadstation.
1. Controleer of het laadstation de beste plaats
heeft.
De begeleidingskabel in combinatie met dat deel
van de begrenzingslus dat de retour naar het
laadstation vormt, wordt begeleidingslus
gevormd. De stroom in de begeleidingslus gaat
altijd naar links in de aansluiting tussen
begeleidingskabel en begrenzingslus.
Bijgaande afbeelding geeft aan wat als
begeleidingslus wordt gezien.
De afbeelding is ook een goed voorbeeld van
een goede plaats van het laadstation om een zo
kort mogelijke begeleidingslus te krijgen.