Operation Manual

Nederlands - 25
3. INSTALLATIE
Plaatsen van begrenzingskabel
Als u van plan bent de grensdraad met haakjes vast te
zetten:
Maai het gras op de plek waar u de draad gaat
leggen heel kort met een gewone grasmaaier of
trimmer. In dat geval is het eenvoudiger om de
draad dicht bij de grond te leggen, waardoor de
kans kleiner wordt dat de maaier de draad
doorsnijdt of de isolatie van de draad beschadigt.
Zorg ervoor de begrenzingskabel vlakbij de
aarde te leggen en bevestig de krammen dicht
bij elkaar, ongeveer 75 cm tussen iedere kram.
De kabel moet overal vlak tegen de aarde liggen,
zodat deze niet wordt doorgesneden voordat de
graswortels er overheen zijn gegroeid.
Gebruik een hamer om de krammen in de aarde
te slaan. Wees voorzichtig bij het inslaan van de
haakjes en zorg dat de draad niet te strak komt
te staan. Vouw de kabel niet in scherpe hoeken.
Als u de grensdraad gaat ingraven:
Zorg ervoor dat de begrenzingskabel ten minste
1 cm en maximaal 20 cm onder de aarde ligt. De
draad kan worden ingegraven met behulp van
bijvoorbeeld een kantensteker of een rechte
spade.
Gebruik de inbegrepen meetplaat als hulpmiddel bij
het leggen van de grensdraad. Zo kunt u eenvoudig
de juiste afstand aanhouden tussen de grensdraad en
de grens/het obstakel. De meetlat wordt van de doos
gescheurd.
Lus voor het aansluiten van de geleidingsdraad
Om het aansluiten van de geleidingsdraad aan de
grensdraad te vergemakkelijken, is het een goed idee
om op het punt waar de geleidingsdraad later zal
worden aangesloten een lus te creëren met behulp
van een extra stuk grensdraad van ongeveer 20 cm.
Bepaal voordat u begint met het uitleggen van de
grensdraad waar u de geleidingsdraad wilt plaatsen.
Zie 3.6 Installatie van begeleidingskabel op
pagina 28.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Extra kabel mag niet in een rol buiten de
begrenzingskabel worden gelegd. Dit kan
leiden tot storingen aan Automower
®
.