Operation Manual

44 - Nederlands
6. MENUFUNCTIES
6.4 Installatie (2)
De volgende bedieningsinstellingen zijn toegankelijk
via deze selectie in het hoofdmenu.
Begeleiding breedte (2-1)
de afstand vanaf de geleidingsdraad selecteren
die de maaier mag afwijken als de maaier de
draad van en naar het laadstation volgt.
Op afstand starten (2-2)
om de maaier te besturen zodat hij gemakkelijker
verre uithoeken van de tuin kan bereiken.
Test instellingen (2-3)
om de bovenstaande instellingen te controleren.
Rijdt over draad (2-4)
bepaalt hoe ver de maaier over de grensdraad
heen moet rijden.
Voorbeelden van tuininstellingen vindt u in
7. Tuinvoorbeelden van tuinen.
Begeleiding breedte (2-1)
Begeleiding breedte bepaalt hoe ver de maaier zich
van de geleidingsdraad af mag bewegen bij het
volgen van deze draad van en naar het laadstation.
Het gebied naast de draad dat de maaier dan
gebruikt, wordt de corridor genoemd.
De standaardinstelling van de Automower
®
is voor
een middelbrede corridor. Om het risico van
spoorvorming verder te beperken, wordt aangeraden
om een brede corridor te kiezen in werkgebieden
waar dit mogelijk is.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruik altijd een zo groot mogelijke
geleidingsbreedte. De instelling Smalste mag
alleen worden gebruikt als geen van de
andere instellingen in het betreffende
werkgebied kan worden gebruikt.
Begeleiding breedte
Op afstand starten
Test instellingen
Rijdt over draad
Timer
Installatie
Veiligheid
Instellingen
Rijdt over draad
Op afstand starten
Test instellinge
Smalste
Middel
Breedste