Operation Manual

62 - Nederlands
9. OPSPOREN VAN STORINGEN
Geen aandrijving Automower
®
zit ergens vast. Maak de maaier los en verhelp de
reden waarom hij begon te slippen. Als
dat werd veroorzaakt door nat gras,
moet u wachten tot het gras is
gedroogd voor u de maaier start.
Het werkgebied bevat een steile helling. De maximaal gegarandeerde helling is
25%. Steilere hellingen moeten worden
geïsoleerd. Zie
3.4 Installatie van
begrenzingskabel op pagina 21.
De geleidingsdraad is niet onder een
hoek op een helling gelegd.
Wanneer de geleidingsdraad op een
helling wordt gelegd, moet deze onder
een hoek op de helling worden gelegd.
Zie
3.6 Installatie van
begeleidingskabel op pagina 28.
Laadstation
geblokkeerd
Het contact tussen laadcontact en
contactpunt is slecht en Automower
®
heeft een aantal pogingen gedaan om
te laden.
Zet Automower
®
in het laadstation en
controleer of laadcontact en
contactpunt goed contact maken.
Er ligt een voorwerp in de weg voor
Automower
®
.
Verwijder het voorwerp.
Vast in laadstation Er is een voorwerp dat zorgt dat de
Automower
®
het laadstation niet kan
verlaten.
Verwijder het voorwerp.
Op zijn kop Automower
®
neigt te veel of is
omgevallen.
Zet de maaier weer rechtop.
Handmatig laden Automower
®
is ingesteld op
bedrijfsstand MAN.
Parkeer de maaier in het laadstation. Het
gedrag is normaal en er is geen
maatregel nodig.
Volgende start uu:mm De timerinstelling belet de maaier om te
werken.
Wijzig de timerinstellingen. Zie
6.3 Timer (1) op pagina 43.
De accu is bezig met de rustperiode.
De maaier moet minimaal 8 uur per dag
in het laadstation blijven.
Dit gedrag is normaal en er hoeft geen
actie te worden ondernomen.
Melding Oorzaak Maatregel