Operation Manual

Nederlands - 15
2. PRESENTATIE
Werkmethode
De robotmaaier maait het gazon automatisch. Hierbij
wisselen maaien en laden elkaar continu af.
De robotmaaier start met zoeken naar het laadstation
wanneer de acculading te laag wordt. De robotmaaier
maait niet wanneer hij het laadstation zoekt.
Als de robotmaaier op zoek gaat naar het laadstation,
zoekt hij eerst ongericht naar de begeleidingsdraad.
Vervolgens volgt hij de begeleidingsdraad naar het
laadstation, keert hij vlak voor het station en rijdt hij er
achteruit in.
Als de accu volledig geladen is, rijdt de robotmaaier
weg bij het laadstation en begint hij te maaien in een
willekeurige richting van 90˚ tot 270˚ ten opzichte van
de uitrijhoek.
Er zijn een aantal handmatige instellingen voor het
wegrijden van de robotmaaier bij het laadstation
waarmee u ervoor kunt zorgen dat het gazon
gelijkmatig wordt gemaaid, ook op lastig te bereiken
plekken in de tuin. Zie 6.4 Installatie.
Als de robotmaaier tegen een obstakel rijdt, keert hij
terug en kiest hij een nieuwe richting.
Twee sensoren, één op de voorkant en één op de
achterkant van de robotmaaier, detecteren wanneer
de robotmaaier de begrenzingsdraad nadert. De
robotmaaier rijdt tot 28 centimeter over de
begrenzingsdraad voordat hij omkeert.
De STOP-knop bovenop de robotmaaier wordt vooral
gebruikt om de robotmaaier te stoppen als hij rijdt.
Als er op de STOP-knop wordt gedrukt, gaat er een
klep open en ziet u het bedieningspaneel. De
STOP-knop blijft ingedrukt totdat de klep weer wordt
gesloten. De klep fungeert als een startonderbreker.
3012-1026
3012-928
3012-927
3012-929