Operation Manual

Nederlands - 35
3. INSTALLATIE
3.9 Het dokken in het laadstation
testen
Controleer voordat u de robotmaaier gebruikt of die de
begeleidingsdraad helemaal kan volgen tot aan het
laadstation en zonder problemen in het laadstation kan
dokken. Voer de onderstaande test uit.
1. Open de klep van het bedieningspaneel door op
de STOP-knop te drukken.
2. Plaats de robotmaaier dicht bij het punt waar de
begeleidingsdraad op de begrenzingsdraad is
aangesloten. Plaats de robotmaaier op ongeveer
2 meter vanaf de begeleidingsdraad, naar de
begeleidingsdraad gericht.
3. Selecteer de modus Home door op de toets met
het huissymbool te drukken, en druk op OK
wanneer de cursor op Home staat. Druk op Start
en sluit de klep.
4. Controleer of de robotmaaier de
begeleidingsdraad helemaal volgt tot aan het
laadstation en in het laadstation dokt. De test is
alleen gelukt als de robotmaaier de
begeleidingsdraad over het gehele traject naar het
laadstation kan volgen en meteen bij de eerste
poging dokt. Als het de robotmaaier niet lukt om
bij de eerste poging te dokken, probeert hij het
automatisch opnieuw. De installatie is niet
goedgekeurd als de robotmaaier twee of meer
pogingen nodig heeft om in het laadstation te
dokken. Controleer in dat geval of het laadstation,
de begrenzingsdraad en de begeleidingsdraad
zijn geïnstalleerd volgens de instructies in
hoofdstuk 3.2, 3.4 en 3.6.
5. De robotmaaier zal in het laadstation blijven totdat
de modus Auto of Man wordt geselecteerd. Zie
5.1 Selectie bedieningsmodus pagina 41.
Het geleidingssysteem moet eerst zijn gekalibreerd om
bovenstaande test met succes te kunnen uitvoeren.
Zie 3.8 Ingebruikname en kalibratie pagina 34.