Operation Manual

Nederlands - 41
5. BEDIENINGSPANEEL
5.1 Selectie bedieningsmodus
De bedieningsselectieknop is voorzien van een
huispictogram. Als die knop wordt ingedrukt, wordt de
geselecteerde bedieningsmodus op de display
weergegeven. Door meerdere malen op de knop te
drukken kunt u kiezen tussen drie verschillende
bedieningsmodi.
1. HOME:
Stuurt de robotmaaier naar het laadstation. Hij
blijft hier totdat een andere bedieningsmodus
wordt geselecteerd. De tekst Home wordt op het
bedieningsvenster weergegeven. Als de accu
volledig geladen is, blijft de robotmaaier
geparkeerd staan in het laadstation. De
robotmaaier verlaat eerst het laadstation en begint
opnieuw te maaien wanneer de bediening op
AUTO wordt gezet.
De Home-instelling wordt ook gebruikt na een
nieuwe installatie of nadat een bestaande
installatie is gewijzigd, om te testen of de
robotmaaier de begeleidingsdraad kan volgen en
in het laadstation kan dokken. Zie 3.9 Het dokken
in het laadstation testen pagina 35.
2. AUTO:
Dit is de standaardmodus met automatische
bediening, waarbij de robotmaaier automatisch
maait en wordt opgeladen.
3. MAN:
Bij het maaien van bijgebieden (zie 3.4 Installatie
van de begrenzingsdraad op pagina 23) moet de
instelling MAN worden gebruikt
Als MAN is geselecteerd en de robotmaaier start
vanaf een plek op het gazon, blijft hij maaien
totdat de accu leeg is. Vervolgens stopt hij en
verschijnt het bericht 'Moet handmatig laden'.
De robotmaaier moet dan handmatig worden
teruggebracht naar het laadstation en na het
laden weer handmatig worden gestart.
Als de robotmaaier wordt opgeladen terwijl hij in de
modus MAN staat, wordt hij volledig opgeladen.
Daarna rijdt hij ongeveer 20 cm vanuit het
laadstation naar buiten en stopt dan. Dit geeft aan
dat hij geladen is en klaar is om met maaien te
beginnen.