Operation Manual

Nederlands - 23
INSTALLATIE
Grenzen binnen het werkgebied
Gebruik de begrenzingsdraad om gebieden binnen
hetwerkgebiedteisolerendooreilandentecreëren
rond obstakels die niet tegen botsingen kunnen, zoals
bloemperken, struiken en fonteinen. Leg de draad tot en
rond het gebied dat moet worden geïsoleerd en keer dan
terug langs dezelfde route. Als er krammen worden gebruikt,
moet de draad op de terugweg onder dezelfde kram worden
gelegd. Als de begrenzingsdraden naar en vanaf het eiland
dicht bij elkaar worden gelegd, kan de robotmaaier over de
draad rijden.
Obstakels die wel tegen een botsing kunnen, zoals
bomen en struiken hoger dan 15 cm, hoeven niet met de
begrenzingsdraad te worden geïsoleerd. De robotmaaier
keert om wanneer hij tegen een dergelijk obstakel stoot.
We raden aan om alle vaste voorwerpen in en rond het
werkgebied te isoleren. Dat zorgt voor de rustigste en stilste
werking en voorkomt dat de robotmaaier op enig moment
vast komt te zitten in deze voorwerpen.
Obstakels met een lichte helling, bijvoorbeeld stenen of
grote bomen met bovengrondse wortels, moeten worden
geïsoleerd of verwijderd. De robotmaaier kan anders op
zulke obstakels glijden, met als gevolg dat de messen
beschadigd raken.
Bijgebieden
Als het werkgebied uit twee zones bestaat, waarbij het voor
de robotmaaier lastig is om van de ene naar de andere zone
tegaan,kuntubetereenbijgebiedcreëren.Voorbeelden
hiervan zijn hellingen van 45% of een doorgang die smaller
is dan 60 cm. Leg de begrenzingsdraad dan rond het
bijgebied zodat er een eiland wordt gevormd buiten het
hoofdgebied.
De robotmaaier moet handmatig worden verplaatst tussen
hoofd- en bijgebied wanneer het gras in het bijgebied moet
worden gemaaid. Hiervoor moet de bedieningsmodus
Bijgebied worden gebruikt, omdat de robotmaaier het traject
tussen het bijgebied en het laadstation niet zelfstandig
kanaeggen.Zie 5.1 Bedieningsselectie Starten op
pagina 39. In deze modus zal de robotmaaier nooit op
zoek gaan naar het laadstation, maar doorgaan met maaien
totdat de accu leeg is. Wanneer de accu leeg is, stopt de
robotmaaier en verschijnt de melding Moet handmatig laden
op het display. Plaats de robotmaaier dan in het laadstation
om de accu op te laden. Als het hoofdgebied meteen na
het laden moet worden gemaaid, moet u de START-knop
indrukken en Hoofdgebied selecteren voordat u de klep sluit.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De begrenzingsdraad mag op het traject van
en naar een eiland niet worden gekruist.
3012-1073
3012-686
3012-1064
3012-971