Operation Manual

Nederlands - 27
INSTALLATIE
3.5 De begrenzingsdraad aansluiten
Om de begrenzingsdraad aan te sluiten op het laadstation:
BELANGRIJKE INFORMATIE
De begrenzingsdraad mag zichzelf niet krui-
sen wanneer deze wordt aangesloten op het
laadstation. Sluit het rechteruiteinde van de
draad aan op de pen rechts op het laadsta-
tion en het linkeruiteinde op de pen links.
1. Steek de uiteinden van de draad in de aansluitklem:
• Open de connector.
• Plaats de draad in de uitsparing in de aansluitklem.
2. Druk de aansluitklemmen samen met een tang.
Druk totdat u een klik hoort.
3. Knip overtollige begrenzingsdraad weg. Knip op
1 tot 2 cm boven de aansluitklemmen af.
4. Kantel de beschermkap van het laadstation naar
voren en steek de draadeinden in de relevante
kanalen aan de achterkant van het laadstation. Druk
de verbinder op de contactpen, met de markeringen
AL (links) en AR (rechts) op het laadstation.
5. Markeer de draden met de bijgeleverde
draadmarkeringen. Dat maakt het eenvoudiger om
de draden later opnieuw aan te sluiten, bijvoorbeeld
nadat het laadstation tijdens de winter binnen is
opgeslagen.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De rechterconnector moet zijn aangesloten
op de metalen pen rechts op het laadstation
en het linkerdraaduiteinde moet zijn aange-
sloten op de linkerconnector.
3012-284
3012-264
3012-265
3012-1091