Operation Manual

Nederlands - 81
PROBLEMEN OPLOSSEN
9.2 Infomeldingen
Hieronder vindt u een aantal infomeldingen die op het display van de robotmaaier kunnen worden weergegeven. We raden
u aan om contact op te nemen met uw dealer als dezelfde melding vaak verschijnt. Controleer of de installatie is uitgevoerd
volgens de instructies in de gebruikershandleiding. Neem vervolgens contact op met een dealer bij u in de buurt.
Melding Oorzaak Actie
Lege batterij De robotmaaier kan het laadstation niet
vinden.
Controleer of het laadstation en de begeleidingsdraad
zijn geïnstalleerd volgens de instructies. Zie 3
Installatie op pagina 15.
De begeleidingsdraad is gebroken of
niet aangesloten.
Lokaliseer de plaats van de breuk en hef de fout op.
De accu is versleten. Neem contact op met uw dealer om de accu te laten
vervangen.
De antenne van het laadstation is defect. Controleer of het indicatielampje in het laadstation
rood knippert. Zie 9.3 Indicatielampje in het
laadstation op pagina 82.
Instellingen hersteld Bevestiging dat de functie Reset alle
gebruikersinstellingen is uitgevoerd.
Dat is normaal. Geen actie nodig.
Helling te steil De robotmaaier bevindt zich een gebied
met een helling die steiler is dan de
maximaal toegestane helling.
Isoleer het steilste deel van het werkgebied zodat
geen enkel deel van het werkgebied een helling bevat
diedespecicatiesvoorderobotmaaieroverschrijdt.
Beperkt bereik
maaihoogte
De maximale en minimale stand voor de
maaihoogteafstelling zijn begrensd.
Controleer of er geen gras of andere materialen zijn
die de maaischijf beletten om op en neer te gaan.
Voer een maaihoogtekalibratie uit via het menu
Instellingen > Maaihoogte.
Neem contact op met uw dealer als deze melding
vaak verschijnt.
Onverwachte
maaihoogteafst.
De maaihoogteafstelling is gewijzigd
zonder dat de robotmaaier hierom
heeft gevraagd.
Voer een maaihoogtekalibratie uit via het menu
Instellingen > Maaihoogte.
Neem contact op met uw dealer als deze melding
vaak verschijnt.
Geen reactie van de
lader
Er zijn communicatieproblemen tussen
de robotmaaier en het laadstation.
Verwijder de robotmaaier uit het laadstation en plaats
hem terug. Controleer of de laadstrips op de maaier
en het laadstation goed contact maken.
Neem contact op met uw dealer als deze melding
vaak verschijnt.
Begeleiding 1 niet
gevonden
Begeleiding 2 niet
gevonden
De begeleidingsdraad is niet
aangesloten op het laadstation
Controleer of de connector van de begeleidingsdraad
correct is aangesloten op het laadstation. Zie 3.6 De
begeleidingsdraad installeren op pagina 28.
Breuk in de begeleidingsdraad Lokaliseer de plaats van de breuk. Vervang het
beschadigde deel van de begeleidingsdraad met een
nieuwe lusdraad en maak een las met behulp van
een originele koppeling.
De begeleidingsdraad is niet
aangesloten op de begrenzingslus.
Controleer of de begeleidingsdraad correct is
aangesloten op de begrenzingslus. Zie 3.6 De
begeleidingsdraad installeren op pagina 28. Maak
een las met behulp van een originele koppeling.
GPS-navigatieprobleem Probleem met de gps-geassisteerde
navigatieapparatuur.
Neem contact op met uw dealer als deze melding
vaak verschijnt.