Operation Manual

Nederlands - 83
PROBLEMEN OPLOSSEN
9.4 Symptomen
Als uw robotmaaier niet naar verwachting werkt, volg dan de onderstaande foutopsporingsgids.
Kijk op www.automower.com voor een FAQ (veelgestelde vragen) voor meer gedetailleerde antwoorden op een aantal
standaardvragen. Neem contact op met een dealer bij u in de buurt als u de oorzaak van de fout nog steeds niet kunt vinden.
Symptomen Oorzaak Actie
De robotmaaier heeft
moeite om te dokken
in het laadstation.
Het laadstation bevindt zich op een
helling
Plaats het laadstation op een volledig vlakke
ondergrond. Zie 3.2 Het laadstation installeren op
pagina 16.
De begrenzingsdraad is niet correct
gelegd bij het laadstation.
Controleer of het laadstation is geïnstalleerd
volgens de instructies. Zie 3.2 Het laadstation
installeren op pagina 16.
Ongelijkmatige
maairesultaten
De robotmaaier werkt te weinig uren
per dag.
Verhoog het aantal maaiuren. Zie 6.3 Timer op
pagina 44.
De Weertimer detecteert dat het gazon vaker is
gemaaid dan in werkelijkheid het geval is. Verhoog
het gevoeligheidsniveau van de Weertimer. Als dit
niet helpt, moet u de Weertimer uitschakelen en
contact opnemen met uw dealer.
Vanwege de vorm van het werkgebied
zijn handmatige instellingen nodig om
ervoor te zorgen dat de robotmaaier de
weg naar alle afgelegen gebieden kan
vinden.
Gebruik ook Tuindekking > Meer om de
robotmaaier naar een of meer afgelegen
gebieden te sturen. Zie 6.8 Installatie op
pagina 53.
Werkgebied te groot. Probeer het werkgebied te verkleinen of
de maaitijd te verlengen. Zie 6.3 Timer op
pagina 44.
Botte messen. Vervang alle messen en schroeven zodat de
draaiende onderdelen zijn uitgebalanceerd.
Zie 8.7 Messen op pagina 77.
Lang gras ten opzichte van de
ingestelde maaihoogte.
Verhoog de maaihoogte en stel hem later weer
lager in.
Gras verzameld door de maaischijf of
rond de motoras.
Controleer of de glijplaat van de maaischijf vrij en
soepel draait. Als dat niet het geval is, schroeft u de
maaischijf los en verwijdert u alle gras en vreemde
voorwerpen. Zie 8.5 Transport en verplaatsing op
pagina 76.
De robotmaaier werkt
op het verkeerde
tijdstip
De klok van de robotmaaier moet
worden ingesteld.
Stel de klok in. Zie 6.9 Instellingen op pagina 63.
De start- en stoptijden voor het maaien
zijn verkeerd.
Reset de start- en stoptijdinstelling voor maaien.
Zie 6.3 Timer op pagina 44.
De robotmaaier trilt Beschadigde messen leiden tot
onbalans in het maaisysteem.
Controleer de messen en schroeven en vervang ze
zo nodig. Zie 8.7 Messen op pagina 77.
Veel messen in dezelfde positie leiden
tot onbalans in het maaisysteem.
Controleer of er bij elke schroef slechts één mes is
gemonteerd.