Operation Manual

3012-1101
Dutch - 16
INSTALLATIE
3 Installatie
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de robotmaaier installeert.
Lees het vorige hoofdstuk 2.Presentatie voordat u met de
installatie begint.
Lees ook het huidige hoofdstuk volledig door voordat u
met de installatie begint. De wijze waarop de installatie
is uitgevoerd, bepaalt tevens hoe goed de robotmaaier
functioneert. Het is daarom belangrijk om de installatie
zorgvuldig te plannen.
De planning is gemakkelijker als u een schets maakt
van het werkgebied, met inbegrip van alle obstakels. Zo
vindt u eenvoudiger de beste positie voor het laadstation,
de begrenzingsdraad en de begeleidingsdraad. Geef
op de schets aan hoe de begrenzingsdraad en de
begeleidingsdraad moeten lopen.
Voor voorbeelden van installaties, zie7Voorbeeldenvan
tuinenoppagina69.
Kijk ook op www.automower.com voor meer
beschrijvingen en tips voor het installeren.
Voer de installatie in de volgende stappen
uit:
3.1 Voorbereidingen
3.2 Het laadstation installeren
3.3 De accu laden
3.4 De begrenzingsdraad installeren
3.5 De begrenzingsdraad aansluiten
3.6 De begeleidingsdraad installeren
3.7 De installatie controleren
3.8 Ingebruikname en kalibratie
3.9 Het dokken in het laadstation testen
Het laadstation, de begrenzingslus en de
begeleidingsdraad moeten zijn aangesloten om een
volledige startprocedure te kunnen uitvoeren.
3.1 Voorbereidingen
1. Als het gras in het werkgebied langer dan 10 cm
is, moet u het gras eerst met een gewone maaier
maaien. Verzamel vervolgens het maaisel.
2. Vul gaten en kuilen op om te voorkomen dat
regenwater plassen vormt. Het product kan
beschadigd raken als het wordt gebruikt in
waterplassen, zie11Garantievoorwaardenop
pagina92.
3. Lees alle stappen volledig door voordat u met de
installatie begint.
1157866-36,420,430X,450X,NL_160315.indd 16 2016-03-15 08:29:37