Operation Manual

3018-055
3012-560
135º
135º
90º
3023-015
3023-016
Dutch - 30
INSTALLATIE
Wanneer de begeleidingsdraad op een steile
helling wordt geïnstalleerd, is het beter om deze
onder een hoek op de helling te leggen. Dat
maakt het voor de robotmaaier eenvoudiger om
de begeleidingsdraad op de helling te volgen.
Leg de draad niet in scherpe bochten. Hierdoor
kan het voor de robotmaaier lastig worden om de
begeleidingsdraad te volgen.
6. Leid de begeleidingsdraad naar het punt op de
begrenzingsdraad waar de begeleidingsdraad
moet worden aangesloten.
Til de begrenzingsdraad op. Knip de
begrenzingsdraad door met bijvoorbeeld een
draadtang. De begeleidingsdraad aansluiten is
eenvoudiger als er een lus wordt gemaakt op de
begrenzingsdraad, zoals hierboven beschreven,
zie
Lusvoorhetaansluitenvandebegeleidingsdraad
oppagina25.
7. Sluit de begeleidingsdraad met behulp van een
koppeling aan op de begrenzingsdraad:
Steek de begrenzingsdraad in elk van
de openingen in de koppeling. Steek de
begeleidingsdraad in de middelste opening in
de koppeling. Verzeker u ervan dat de draden
volledig in de koppeling zijn gestoken door te
controleren of de uiteinden zichtbaar zijn door
het transparante deel aan de andere zijde van de
koppeling.
Druk met een tang de knop op de connector
volledig in.
Het maakt niet uit welke openingen worden
gebruikt voor het aansluiten van elke draad.
8. Zet de connector met krammen vast in het gazon
of graaf de connector in.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De begeleidingsdraad mag de begren-
zingsdraad niet kruisen, bijvoorbeeld een
begrenzingsdraad die naar een eiland
loopt.
1157866-36,420,430X,450X,NL_160315.indd 30 2016-03-15 08:30:06