Operation Manual

3012-1419
3012-1447
3012-1418
3012-1446
Dutch - 60
MENUFUNCTIES
Doorrijbreedte > Begeleiding
De beheerfunctie Automatische passagedetectie
zal automatisch de doorrijbreedte van de geleiding
aanpassen. De maximale doorrijbreedte kan ook
handmatig worden gewijzigd. De doorrijbreedte kan
worden ingesteld tussen 0 en 9.
Bij de waarde 0 zal de robotmaaier pal over het midden
van de begeleidingsdraad rijden.
Gebruik de pijltoetsen om de gewenste waarde te
selecteren.
De fabrieksinstelling is 9.
Uitrijhoeken
Gewoonlijk verlaat de robotmaaier het laadstation in een
richting vanuit een uitrijsector van 90°-270°. Door de
uitrijhoeken te wijzigen, wordt het voor de robotmaaier
makkelijker om het grootste werkgebied te bereiken
wanneer het laadstation in een doorgang is geplaatst.
Uitrijhoeken > Sectoren
De robotmaaier kan worden ingesteld voor een of twee
uitrijsectoren. Als het laadstation in een doorgang is
geplaatst, kunnen er twee uitrijhoeken, bijvoorbeeld
70°-110° en 250°-290° worden gebruikt.
Bij gebruik van twee uitrijhoeken is het nodig om tevens
tespecicerenhoevaakderobotmaaierhetlaadstation
via sector 1 moet verlaten. Dat wordt gedaan door een
percentage op te geven voor de functie Aandeel eerst.
75% betekent bijvoorbeeld dat de robotmaaier het
laadstation in 75% van de gevallen verlaat via Sector1 en
in 25% van de gevallen via Sector 2.
Gebruik de cijfertoetsen om de voor de sectoren
gewenste hoeken in graden en het aandeel in procenten
in te voeren.
Achteruitrijafstand
Via deze functies bepaalt u hoe ver de robotmaaier uit het
laadstation achteruit moet rijden voordat hij met maaien
begint. Dit is een nuttige functie wanneer het laadstation
bijvoorbeeld ver onder een veranda of een andere krappe
ruimte is geplaatst.
Gebruik de cijfertoetsen om de gewenste
achteruitrijafstand in centimeter in te voeren en druk op
OK.
Rijd over draad
De voorzijde van de robotmaaier rijdt altijd een bepaalde
afstand voorbij de begrenzingsdraad voordat de maaier
keert. Deze afstand is standaard ingesteld op 31 cm,
maar kan zo nodig worden gewijzigd. U kunt een waarde
van 20 tot 50 selecteren.
Houd er rekening mee dat de gegeven afstand slechts
een geschatte waarde is en dat deze uitsluitend dient
ter referentie. In werkelijkheid kan de afstand tussen de
robotmaaierendebegrenzingsdraadvariëren.
Speciceerhetaantalcentimetersdatderobotmaaier
voorbij de begrenzingsdraad moet rijden en druk op OK.
1157866-36,420,430X,450X,NL_160315.indd 60 2016-03-15 08:30:37