Operation Manual

0 cm/0"
3012-1073
0 cm/0"
3012-686
3012-1064
3012-563
A
B
Dutch - 23
INSTALLATIE
Grenzen binnen het werkgebied
Gebruik de begrenzingsdraad om gebieden binnen
het werkgebied af te zetten door eilanden te creëren
rond obstakels die niet tegen botsingen kunnen, zoals
bloembedden, struiken en fonteinen. Leg de draad tot
en rond het gebied dat moet worden afgezet en keer
dan terug langs dezelfde route. Als er krammen worden
gebruikt, moet de draad op de terugweg onder dezelfde
kram worden gelegd. Als de begrenzingsdraden naar en
vanaf het eiland dicht bij elkaar worden gelegd, kan de
robotmaaier over de draad rijden.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De begrenzingsdraad mag op het traject
van en naar een eiland niet worden ge-
kruist.
Obstakels die wel tegen een botsing kunnen, zoals
bomen en struiken hoger dan 15 cm, hoeven niet met de
begrenzingsdraad te worden afgezet. De robotmaaier
draait wanneer hij tegen een dergelijk obstakel stoot.
We raden aan om alle vaste voorwerpen in en rond het
werkgebied te isoleren. Dat zorgt voor de rustigste en
stilste werking en voorkomt dat de robotmaaier op enig
moment vast komt te zitten in deze voorwerpen.
Obstakels met een lichte helling, bijvoorbeeld stenen of
grote bomen met bovengrondse wortels, moeten worden
geïsoleerd of verwijderd. De robotmaaier kan anders op
zulke obstakels glijden, met als gevolg dat de messen
beschadigd raken.
Bijgebieden
Als het werkgebied uit twee zones bestaat, waarbij het
voor de robotmaaier lastig is om van de ene naar de
andere zone te gaan, kunt u beter een bijgebied creëren.
Dit zijn bijvoorbeeld hellingen van 45% of een doorgang
smaller dan 60 cm. Leg de begrenzingsdraad dan rond
het bijgebied zodat er een eiland wordt gevormd buiten
het hoofdgebied.
De robotmaaier moet handmatig worden verplaatst tussen
hoofd- en bijgebied wanneer het gras in het bijgebied
moet worden gemaaid. Aangezien de robotmaaier niet
uit zichzelf bij het laadstation kan komen vanuit een
bijgebied, moet de bedrijfsmodus Bijgebied (A) worden
gebruikt,
zie 5.1 Bedieningsmodus Start op pagina 38.
De robotmaaier zal dan niet beginnen te zoeken naar het
laadstation, maar de volledige capaciteit gebruiken voor
het maaien. Wanneer de accu leeg is, stopt de robotmaaier
en verschijnt de melding Moet handmatig laden op het
display. Plaats de robotmaaier dan in het laadstation om
de accu op te laden. Als het hoofdgebied meteen na het
laden wordt gemaaid, moet u de START-knop indrukken
en Hoofdgebied
(A) selecteren voordat u de klep sluit.
1157866-36,420,430X,450X,NL_160315.indd 23 2016-03-15 15:54:27